Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

En Ik zal om diens wil het zaad van David verootmoedigen; nochtans niet altijd.

New American Standard Bible

'Thus I will afflict the descendants of David for this, but not always.'"

Kruisreferenties

1 Koningen 11:36

En zijn zoon zal Ik een stam geven; opdat Mijn knecht David altijd een lamp voor Mijn aangezicht hebbe in Jeruzalem, de stad, die Ik Mij verkoren heb, om Mijn Naam daar te stellen.

1 Koningen 12:16

Toen gans Israel zag, dat de koning naar hen niet hoorde, zo gaf het volk den koning weder antwoord, zeggende: Wat deel hebben wij aan David? Ja, geen erve hebben wij aan den zoon van Isai; naar uw tenten, o Israel! Voorzie nu uw huis, o David! Zo ging Israel naar zijn tenten.

1 Koningen 14:8

En het koninkrijk van het huis van David gescheurd, en dat u gegeven heb, en gij niet geweest zijt, gelijk Mijn knecht David, die Mijn geboden hield, en die Mij met zijn ganse hart navolgde, om te doen alleen wat recht is in Mijn ogen;

1 Koningen 14:25-26

Het geschiedde nu in het vijfde jaar van den koning Rehabeam, dat Sisak, de koning van Egypte, optoog tegen Jeruzalem.

Psalmen 89:30-34

Indien zijn kinderen Mijn wet verlaten, en in Mijn rechten niet wandelen;

Psalmen 89:38-45

Maar Gij hebt hem verstoten en verworpen; Gij zijt verbolgen geworden tegen Uw gezalfde.

Psalmen 89:49-51

HEERE! waar zijn Uw vorige goedertierenheden, die Gij David gezworen hebt bij Uw trouw?

Jesaja 7:14

Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten.

Jesaja 9:7

De Heere heeft een woord gezonden in Jakob, en het is gevallen in Israel.

Jesaja 11:1-10

Want er zal een Rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isai, en een Scheut uit zijn wortelen zal Vrucht voortbrengen.

Jeremia 23:5-6

Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; Die zal Koning zijnde regeren, en voorspoedig zijn, en recht en gerechtigheid doen op de aarde.

Klaagliederen 3:31-32

Caph. Want de Heere zal niet verstoten in eeuwigheid.

Lukas 1:32-33

Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven.

Lukas 2:4

En Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, (omdat hij uit het huis en geslacht van David was);

Lukas 2:11

Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org