Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Toen naderde Nebukadnezar tot de deur van den oven des brandenden vuurs, antwoordde en sprak: Gij Sadrach, Mesach en Abed-nego, gij knechten des allerhoogsten Gods! gaat uit en komt hier! Toen gingen Sadrach, Mesach en Abed-nego uit het midden des vuurs.

New American Standard Bible

Then Nebuchadnezzar came near to the door of the furnace of blazing fire; he responded and said, "Shadrach, Meshach and Abed-nego, come out, you servants of the Most High God, and come here!" Then Shadrach, Meshach and Abed-nego came out of the midst of the fire.

Kruisreferenties

Daniël 3:17

Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand, o koning! verlossen.

Daniël 4:2

Het behaagt mij te verkondigen de tekenen en wonderen, die de allerhoogste God aan mij gedaan heeft.

Genesis 14:18

En Melchizedek, koning van Salem, bracht voort brood en wijn; en hij was een priester des allerhoogsten Gods.

Jozua 3:17

Maar de priesters, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, stonden steevast op het droge, in het midden van de Jordaan; en gans Israel ging over op het droge, totdat al het volk geeindigd had door de Jordaan te trekken.

Jozua 4:10

De priesters nu, die de ark droegen, stonden midden in de Jordaan, totdat alle ding volbracht was, hetwelk de HEERE Jozua geboden had het volk aan te zeggen, naar al wat Mozes Jozua geboden had. En het volk haastte, en het trok over.

Jozua 4:16-18

Gebied den priesteren, die de ark der getuigenis dragen, dat zij uit de Jordaan opklimmen.

Ezra 5:11

En zij hebben ons dusdanig antwoord wedergegeven, zeggende: Wij zijn knechten van den God des hemels en der aarde, en bouwen het huis, dat vele jaren voor dezen is gebouwd geweest; want een groot koning van Israel had het gebouwd en voltrokken.

Jesaja 28:16

Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik leg een grondsteen in Sion, een beproefden steen, een kostelijken hoeksteen, die wel vast gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet haasten.

Jesaja 52:12

Want gijlieden zult niet met haast uitgaan, noch met der vlucht henengaan; want de HEERE zal voor ulieder aangezicht henentrekken, en de God van Israel zal uw achtertocht wezen.

Daniël 2:47

De koning antwoordde Daniel en zeide: Het is de waarheid, dat ulieder God een God der goden is, en een Heere der koningen, en Die de verborgenheden openbaart, dewijl gij deze verborgenheid hebt kunnen openbaren.

Daniël 6:20

Toen stond de koning in den vroegen morgenstond met het licht op, en hij ging met haast henen tot den kuil der leeuwen.

Handelingen 16:17

Dezelve volgde Paulus en ons achterna, en riep, zeggende: Deze mensen zijn dienstknechten Gods des Allerhoogsten, die ons den weg der zaligheid verkondigen.

Handelingen 16:37

Maar Paulus zeide tot hen: Zij hebben ons, die Romeinen zijn, onveroordeeld in het openbaar gegeseld, en in de gevangenis geworpen, en werpen zij ons nu heimelijk daaruit? Niet alzo; maar dat zij zelven komen, en ons uitleiden.

Handelingen 27:23

Want dezen zelfden nacht heeft bij mij gestaan een engel Gods, Wiens ik ben, Welken ook ik dien,

Galaten 1:10

Want predik ik nu de mensen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Want indien ik nog mensen behaagde, zo ware ik geen dienstknecht van Christus.

Openbaring 19:5

En een stem kwam uit den troon, zeggende: Looft onzen God, gij al Zijn dienstknechten, en gij, die Hem vreest, beiden klein en groot!

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org