Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Wat u aangaat, o koning! de allerhoogste God heeft uw vader Nebukadnezar het koninkrijk, en grootheid, en eer, en heerlijkheid gegeven;

New American Standard Bible

"O king, the Most High God granted sovereignty, grandeur, glory and majesty to Nebuchadnezzar your father.

Kruisreferenties

Daniël 2:37-38

Gij, o koning! zijt een koning der koningen; want de God des hemels heeft u een koninkrijk, macht, en sterkte, en eer gegeven;

Daniël 4:17

Deze zaak is in het besluit der wachters, en deze begeerte is in het woord der heiligen; opdat de levenden bekennen, dat de Allerhoogste heerschappij heeft over de koninkrijken der mensen, en geeft ze aan wien Hij wil, ja, zet daarover den laagste onder de mensen.

Deuteronomium 32:8

Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde, toen Hij Adams kinderen vaneen scheidde, heeft Hij de landpalen der volken gesteld naar het getal der kinderen Israels.

Psalmen 7:17

[ (Psalms 7:18) Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen. ]

Psalmen 9:2

In U zal ik mij verblijden, en van vreugde opspringen; ik zal Uw Naam psalmzingen, o Allerhoogste!

Psalmen 47:2

Want de HEERE, de Allerhoogste, is vreselijk, een groot Koning over de ganse aarde.

Psalmen 92:8

Maar Gij zijt de Allerhoogste in eeuwigheid de HEERE!

Jeremia 27:7

En alle volken zullen hem, en zijn zoon, en zijns zoons zoon dienen, totdat ook de tijd zijns eigenen lands kome; dan zullen zich machtige volken en grote koningen van hem doen dienen.

Klaagliederen 3:35

Lamed. Dat men het recht eens mans buigt voor het aangezicht des Allerhoogsten;

Klaagliederen 3:38

Mem. Gaat niet uit den mond des Allerhoogsten het kwade en het goede?

Daniël 3:17-18

Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand, o koning! verlossen.

Daniël 4:2

Het behaagt mij te verkondigen de tekenen en wonderen, die de allerhoogste God aan mij gedaan heeft.

Daniël 4:22-25

Dat zijt gij, o koning! die groot en sterk zijt geworden; want uw grootheid is zo gewassen, dat zij reikt aan den hemel, en uw heerschappij aan het einde des aardrijks.

Daniël 4:32

En men zal u van de mensen verstoten, en uw woning zal bij de beesten des velds zijn; men zal u gras te smaken geven, als den ossen, en er zullen zeven tijden over u voorbijgaan, totdat gij bekent, dat de Allerhoogste over de koninkrijken der mensen heerschappij heeft, en dat Hij ze geeft, aan wien Hij wil.

Daniël 6:22

Toen sprak Daniel tot den koning: O koning, leef in eeuwigheid!

Handelingen 7:48

Maar de Allerhoogste woont niet in tempelen met handen gemaakt; gelijk de profeet zegt:

Handelingen 26:13

Zag ik, o koning, in het midden van den dag, op den weg een licht, boven den glans der zon, van den hemel mij en degenen, die met mij reisden, omschijnende.

Handelingen 26:19

Daarom, o koning Agrippa, ben ik dat Hemels gezicht niet ongehoorzaam geweest;

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org