Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

De goden zult gij niet vloeken, en de oversten in uw volk zult gij niet lasteren.

New American Standard Bible

"You shall not curse God, nor curse a ruler of your people.

Kruisreferenties

Prediker 10:20

Vloek den koning niet, zelfs in uw gedachten, en vloek den rijke niet in het binnenste uwer slaapkamer; want het gevogelte des hemels zou de stem wegvoeren, en het gevleugelde zou het woord te kennen geven.

Handelingen 23:5

En Paulus zeide: Ik wist niet, broeders! dat het de hogepriester was; want er is geschreven: Den overste uws volks zult gij niet vloeken.

Exodus 21:17

Wie ook zijn vader of zijn moeder vloekt, die zal zekerlijk gedood worden.

Exodus 22:8-9

Indien de dief niet gevonden wordt, zo zal de heer des huizes tot de goden gebracht worden, of hij niet zijn hand aan zijns naasten have gelegd heeft.

Judas 1:8

Desgelijks evenwel ook dezen, in slaap gebracht zijnde, verontreinigen het vlees, en verwerpen de heerschappij, en lasteren de heerlijkheden.

Leviticus 24:16

En wie den Naam des HEEREN gelasterd zal hebben, zal zekerlijk gedood worden; de ganse vergadering zal hem zekerlijk stenigen; alzo zal de vreemdeling zijn, gelijk de inboorling, als hij den NAAM zal gelasterd hebben, hij zal gedood worden.

1 Samuël 24:6

En hij zeide tot zijn mannen: Dat late de HEERE ver van mij zijn, dat ik die zaak doen zou aan mijn heer, den gezalfde des HEEREN, dat ik mijn hand tegen hem uitsteken zou; want hij is de gezalfde des HEEREN!

1 Samuël 24:10

Zie, te dezen dage hebben uw ogen gezien, dat de HEERE u heden in mijn hand gegeven heeft in deze spelonk, en men zeide, dat ik u doden zou; doch mijn hand verschoonde u, want ik zeide: Ik zal mijn hand niet uitsteken tegen mijn heer, want hij is de gezalfde des HEEREN.

1 Samuël 26:9

David daarentegen zeide tot Abisai: Verderf hem niet; want wie heeft zijn hand aan den gezalfde des HEEREN gelegd, en is onschuldig gebleven?

Psalmen 32:6

Hierom zal U ieder heilige aanbidden in vindenstijd; ja, in een overloop van grote wateren zullen zij hem niet aanraken.

Psalmen 82:1-7

Een psalm van Asaf. God staat in de vergadering Godes; Hij oordeelt in het midden der goden;

Psalmen 138:1

Een psalm van David. Ik zal U loven met mijn gehele hart; in de tegenwoordigheid der goden zal ik U psalmzingen.

Johannes 10:34-35

Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd, gij zijt goden?

Handelingen 23:3

Toen zeide Paulus tot hem: God zal u slaan, gij gewitte wand! Zit gij ook om mij te oordelen naar de wet, en beveelt gij, tegen de wet, dat men mij zal slaan?

Romeinen 13:2-7

Alzo dat die zich tegen de macht stelt, de ordinantie van God wederstaat; en die ze wederstaan, zullen over zichzelven een oordeel halen.

Titus 3:1-2

Vermaan hen, dat zij aan de overheden en machten onderdanig zijn, dat zij hun gehoorzaam zijn, dat zij tot alle goed werk bereid zijn;

1 Petrus 2:17

Eert een iegelijk; hebt de broederschap lief; vreest God; eert den koning.

2 Petrus 2:10

Maar allermeest degenen, die naar het vlees in onreine begeerlijkheid wandelen, en de heerschappij verachten; die stout zijn, zichzelven behagen, en die de heerlijkheden niet schromen te lasteren;

Vers Info

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org