Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

En hij droomde nog een anderen droom, en verhaalde dien aan zijn broederen; en hij zeide: Ziet, ik heb nog een droom gedroomd, en ziet, de zon, en de maan en elf sterren bogen zich voor mij neder.

New American Standard Bible

Now he had still another dream, and related it to his brothers, and said, "Lo, I have had still another dream; and behold, the sun and the moon and eleven stars were bowing down to me."

Kruisreferenties

Genesis 37:7

En ziet, wij waren schoven bindende in het midden des velds; en ziet, mijn schoof stond op, en bleef ook staande; en ziet, uw schoven kwamen rondom, en bogen zich neder voor mijn schoof.

Genesis 37:10

En als hij het aan zijn vader en aan zijn broederen verhaalde, bestrafte hem zijn vader, en zeide tot hem: Wat is dit voor een droom, dien gij gedroomd hebt; zullen wij dan ganselijk komen, ik, en uw moeder, en uw broeders, om ons voor u ter aarde te buigen?

Genesis 41:25

Toen zeide Jozef tot Farao: De droom van Farao is een; hetgeen God is doende, heeft Hij Farao te kennen gegeven.

Genesis 41:32

En aangaande, dat die droom aan Farao ten tweeden maal is herhaald, is, omdat de zaak van God vastbesloten is, en dat God haast, om dezelve te doen.

Genesis 43:28

En zij zeiden: Het is wel met uw knecht, onzen vader, hij leeft nog; en zij neigden het hoofd en bogen zich neder.

Genesis 44:14

En Juda kwam met zijn broederen in het huis van Jozef; want hij was nog zelf aldaar; en zij vielen voor zijn aangezicht neder ter aarde.

Genesis 44:19

Mijn heer vraagde zijn knechten, zeggende: Hebt gijlieden een vader, of broeder?

Genesis 45:9

Haast u en trekt op tot mijn vader, en zegt het hem: Alzo zegt uw zoon Jozef: God heeft mij tot een heer over gans Egypteland gesteld; kom af tot mij, en vertoef niet.

Genesis 46:29

Toen spande Jozef zijn wagen aan, en toog op, zijn vader Israel tegemoet naar Gosen; en als hij zich aan hem vertoonde, zo viel hij hem aan zijn hals, en weende lang aan zijn hals.

Genesis 47:12

En Jozef onderhield zijn vader, en zijn broeders, en het ganse huis zijns vaders, met brood, tot den mond der kinderkens toe.

Genesis 50:15-21

Toen Jozefs broeders zagen, dat hun vader dood was, zo zeiden zij: Misschien zal ons Jozef haten, en hij zal ons gewisselijk vergelden al het kwaad, dat wij hem aangedaan hebben.

Daniël 8:10

En hij werd groot tot aan het heir des hemels; en hij wierp er sommigen van dat heir, namelijk van de sterren, ter aarde neder, en hij vertrad ze.

Handelingen 7:9-14

En de patriarchen, nijdig zijnde, verkochten Jozef, om naar Egypte gebracht te worden; en God was met hem,

Filippenzen 2:15

Opdat gij moogt onberispelijk en oprecht zijn, kinderen Gods zijnde, onstraffelijk in het midden van een krom en verdraaid geslacht, onder welke gij schijnt als lichten in de wereld;

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org