Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Maar hij hoorde niet, hij, noch zijn knechten, noch het volk des lands, naar de woorden des HEEREN, die Hij sprak door den dienst van den profeet Jeremia.

New American Standard Bible

But neither he nor his servants nor the people of the land listened to the words of the LORD which He spoke through Jeremiah the prophet.

Kruisreferenties

2 Koningen 24:19-20

En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar alles, wat Jojakim gedaan had.

2 Kronieken 36:12-16

En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, zijns Gods; hij verootmoedigde zich niet voor het aangezicht van den profeet Jeremia, sprekende uit den mond des HEEREN.

Spreuken 29:12

Een heerser, die op leugentaal acht geeft, al zijn dienaars zijn goddeloos.

Exodus 4:13

Doch hij zeide: Och, Heere! zend toch door de hand desgenen, dien Gij zoudt zenden.

Leviticus 8:36

Aaron nu en zijn zonen deden al de dingen, die de HEERE door den dienst van Mozes geboden had.

2 Samuël 10:2

Toen zeide David: Ik zal weldadigheid doen aan Hanun, den zoon van Nahas, gelijk als zijn vader weldadigheid aan mij gedaan heeft. Zo zond David heen, om hem door den dienst zijner knechten te troosten over zijn vader. En de knechten van David kwamen in het land van de kinderen Ammons.

2 Samuël 12:25

En zond heen door de hand van den profeet Nathan, en noemde zijn naam Jedid-Jah, om des HEEREN wil.

1 Koningen 14:18

En zij begroeven hem, en gans Israel beklaagde hem; naar het woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst van Zijn knecht Ahia, den profeet.

1 Koningen 16:7

Alzo geschiedde ook het woord des HEEREN, door den dienst van den profeet Jehu, den zoon van Hanani, tegen Baesa en tegen zijn huis; en dat om al het kwaad, dat hij gedaan had in de ogen des HEEREN, Hem tot toorn verwekkende door het werk zijner handen, omdat hij was gelijk het huis van Jerobeam, en omdat hij hetzelve verslagen had.

Spreuken 26:6

Hij snijdt zich de voeten af, en drinkt geweld, die boodschappen zendt door de hand van een zot.

Ezechiël 21:25

En gij, o onheilig, goddeloos vorst van Israel, wiens dag komen zal, ten tijde der uiterste ongerechtigheid;

Hosea 12:10

Maar Ik ben de HEERE, uw God, van Egypteland af; Ik zal u nog in tenten doen wonen, als in de dagen der samenkomst;

1 Thessalonicenzen 4:8

Zo dan die dit verwerpt, die verwerpt geen mens, maar God, Die ook Zijn Heiligen Geest in ons heeft gegeven.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org