Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Zittende bij de graven, zo vernachten zij bij degenen, die bewaard worden, etende zwijnenvlees, en er is sap van gruwelijke dingen in hun vaten.

New American Standard Bible

Who sit among graves and spend the night in secret places; Who eat swine's flesh, And the broth of unclean meat is in their pots.

Kruisreferenties

Leviticus 11:7

Ook het zwijn, want dat verdeelt wel den klauw, en klieft de klove der klauwen in tweeen, maar herkauwt het gekauwde niet; dat zal u onrein zijn.

Jesaja 66:17

Die zichzelven heiligen, en zichzelven reinigen in de hoven, achter een in het midden derzelve, die zwijnenvlees eten, en verfoeisel, en muizen; te zamen zullen zij verteerd worden, spreekt de HEERE.

Jesaja 66:3

Wie een os slacht, slaat een man; wie een lam offert, breekt een hond den hals; wie spijsoffer offert, is als die zwijnenbloed offert; wie wierook brandt ten gedenkoffer, is als die een afgod zegent. Dezen verkiezen ook hun wegen, en hun ziel heeft lust aan hun verfoeiselen.

Exodus 23:19

De eerstelingen der eerste vruchten uws lands zult gij in het huis des HEEREN uws Gods brengen. Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner moeder.

Exodus 34:26

De eerstelingen van de eerste vruchten uws lands zult gij in het huis des HEEREN uws Gods brengen. Gij zult het bokje in de melk zijner moeder niet koken.

Numberi 19:11

Wie een dode, enig dood lichaam van een mens, aanroert, die zal zeven dagen onrein zijn.

Numberi 19:16-20

En al wie in het open veld een, die met het zwaard verslagen is, of een dode, of het gebeente eens mensen, of een graf zal aangeroerd hebben, zal zeven dagen onrein zijn.

Deuteronomium 14:3

Gij zult geen gruwel eten.

Deuteronomium 14:8

Ook het varken; want dat verdeelt zijn klauw wel, maar het herkauwt niet; onrein zal het ulieden zijn; van hun vlees zult gij niet eten, en hun dood aas zult gij niet aanroeren.

Deuteronomium 14:21

Gij zult geen dood aas eten; den vreemdeling, die in uw poorten is, zult gij het geven, dat hij het ete, of verkoopt het den vreemde; want gij zijt een heilig volk den HEERE, uw God. Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner moeder.

Deuteronomium 18:11

Of een bezweerder, die met bezwering omgaat, of die een waarzeggenden geest vraagt, of een duivelskunstenaar, of die de doden vraagt.

Ezechiël 4:14

Toen zeide ik: Ach, Heere, HEERE, zie, mijn ziel is niet verontreinigd geweest; want ik heb, van mijn jeugd af tot nu toe, geen dood aas, noch dat verscheurd is, gegeten, en geen verfoeilijk vlees is in mijn mond gekomen.

Mattheüs 8:28

En als Hij over aan de andere zijde was gekomen in het land der Gergesenen, zijn Hem twee, van den duivel bezeten, ontmoet, komende uit de graven, die zeer wreed waren, alzo dat niemand door dien weg kon voorbij gaan.

Markus 5:2-5

En zo Hij uit het schip gegaan was, terstond ontmoette Hem, uit de graven, een mens met een onreinen geest;

Lukas 8:27

En als Hij aan het land uitgegaan was, ontmoette Hem een zeker man uit de stad, die van over langen tijd met duivelen was bezeten geweest; en was met geen klederen gekleed, en bleef in geen huis, maar in de graven.

Vers Info

Context Lezingen

3 Een volk, Mij geduriglijk tergende in Mijn aangezicht, in hoven offerende, en rokende op tichelstenen; 4 Zittende bij de graven, zo vernachten zij bij degenen, die bewaard worden, etende zwijnenvlees, en er is sap van gruwelijke dingen in hun vaten. 5 Die daar zeggen: Houd u tot uzelven, en naak tot mij niet, want ik ben heiliger dan gij. Dezen zijn een rook in Mijn neus, een vuur, den gansen dag brandende.


Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org