Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Gij zult niets met het bloed eten. Gij zult op geen vogelgeschrei acht geven, noch guichelarij plegen.

New American Standard Bible

'You shall not eat anything with the blood, nor practice divination or soothsaying.

Kruisreferenties

Deuteronomium 12:23

Alleen houdt vast, dat gij het bloed niet eet; want het bloed is de ziel; daarom zult gij de ziel met het vlees niet eten;

2 Koningen 17:17

Ook deden zij hun zonen en hun dochteren door het vuur gaan, en gebruikten waarzeggerijen, en gaven op vogelgeschrei acht, en verkochten zich, om te doen dat kwaad was in de ogen des HEEREN, om Hem tot toorn te verwekken.

Leviticus 3:17

Dit zij een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen: geen vet noch bloed zult gij eten.

Leviticus 7:26

Ook zult gij in uw woningen geen bloed eten, hetzij van het gevogelte, of van het vee.

2 Koningen 21:6

Ja, hij deed zijn zoon door het vuur gaan, en pleegde guichelarij en gaf op vogelgeschrei acht; en hij stelde waarzeggers en duivelskunstenaren; hij deed zeer veel kwaads in de ogen des HEEREN, om Hem tot toorn te verwekken.

2 Kronieken 33:6

En hij deed zijn zonen door het vuur gaan, in het dal des zoons van Hinnom, en pleegde guichelarij, en gaf op vogelgeschrei acht, en toverde, en hij stelde waarzeggers en duivelskunstenaren; en hij deed zeer veel kwaads in de ogen des HEEREN, om Hem tot toorn te verwekken.

Exodus 7:11

Farao nu riep ook de wijzen en de guichelaars; en de Egyptische tovenaars deden ook alzo met hun bezweringen.

Exodus 8:7

Toen deden de tovenaars ook alzo, met hun bezweringen; en zij deden vorsen over Egypteland opkomen.

Leviticus 17:10-14

En een ieder uit het huis Israels, en uit de vreemdelingen, die in het midden van hen als vreemdelingen verkeren, die enig bloed zal gegeten hebben, tegen diens ziel, die dat bloed zal gegeten hebben, zal Ik Mijn aangezicht zetten, en zal die uit het midden haars volks uitroeien.

Deuteronomium 18:10-14

Onder u zal niet gevonden worden, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet doorgaan, die met waarzeggerijen omgaat, een guichelaar, of die op vogelgeschrei acht geeft, of tovenaar.

1 Samuël 15:23

Want wederspannigheid is een zonde der toverij, en wederstreven is afgoderij en beeldendienst. Omdat gij des HEEREN woord verworpen hebt, zo heeft Hij u verworpen, dat gij geen koning zult zijn.

Jeremia 10:2

Zo zegt de HEERE: Leert den weg der heidenen niet, en ontzet u niet voor de tekenen des hemels, dewijl zich de heidenen voor dezelve ontzetten.

Daniël 2:10

De Chaldeen antwoordden voor den koning, en zeiden: Er is geen mens op den aardbodem, die des konings woord zou kunnen te kennen geven; daarom is er geen koning, grote of heerser, die zulk een zaak begeerd heeft van enigen tovenaar, of sterrekijker, of Chaldeer.

Maleachi 3:5

En Ik zal tot ulieden ten oordeel naderen; en Ik zal een snel Getuige zijn tegen de tovenaars, en tegen de overspelers, en tegen degenen, die valselijk zweren, en tegen degenen, die het loon des dagloners met geweld inhouden, die de weduwe, en den wees, en den vreemdeling het recht verkeren, en Mij niet vrezen, zegt de HEERE der heirscharen.

Vers Info

Context Lezingen

25 En in het vijfde jaar zult gij deszelfs vrucht eten, om het inkomen daarvan voor u te vermeerderen; Ik ben de HEERE, uw God! 26 Gij zult niets met het bloed eten. Gij zult op geen vogelgeschrei acht geven, noch guichelarij plegen. 27 Gij zult de hoeken uws hoofds niet rond afscheren; ook zult gij de hoeken uws baards niet verderven.


Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org