Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

En de rentmeester zeide bij zichzelven: Wat zal ik doen, dewijl mijn heer dit rentmeesterschap van mij neemt? Graven kan ik niet; te bedelen schaam ik mij.

New American Standard Bible

"The manager said to himself, 'What shall I do, since my master is taking the management away from me? I am not strong enough to dig; I am ashamed to beg.

Kruisreferenties

Esther 6:6

Als Haman ingekomen was, zo zeide de koning tot hem: Wat zal men met dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft? Toen zeide Haman in zijn hart: Tot wien heeft de koning een welbehagen, om hem eer te doen, meer dan tot mij?

Spreuken 13:4

De ziel des luiaards is begerig, doch er is niets; maar de ziel der vlijtigen zal vet gemaakt worden.

Spreuken 15:19

De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand.

Spreuken 18:9

Ook die zich slap aanstelt in zijn werk, die is een broeder van een doorbrenger.

Spreuken 19:15

Luiheid doet in diepen slaap vallen; en een bedriegelijke ziel zal hongeren.

Spreuken 20:4

Om den winter zal de luiaard niet ploegen; daarom zal hij bedelen in den oogst, maar er zal niet zijn.

Spreuken 21:25-26

De begeerte des luiaards zal hem doden, want zijn handen weigeren te werken.

Spreuken 24:30-34

Ik ging voorbij den akker eens luiaards, en voorbij den wijngaard van een verstandeloos mens;

Spreuken 26:13-16

De luiaard zegt: Er is een felle leeuw op den weg, een leeuw is op de straten.

Spreuken 27:23-27

Zijt naarstig, om het aangezicht uwer schapen te kennen; zet uw hart op de kudden.

Spreuken 29:21

Als men zijn knecht van jongs op weeldig houdt, hij zal in zijn laatste een zoon willen zijn.

Jesaja 10:3

Maar wat zult gijlieden doen ten dage der bezoeking, en der verwoesting, die van verre komen zal? Tot wien zult gij vlieden om hulp, en waar zult gij uw heerlijkheid laten?

Jeremia 5:31

De profeten profeteren valselijk, en de priesters heersen door hun handen; en Mijn volk heeft het gaarne alzo; maar wat zult gij ten einde van dien maken?

Hosea 9:5

Wat zult gijlieden dan doen op een gezetten hoogtijdsdag, en op een feestdag des HEEREN?

Markus 10:46

En zij kwamen te Jericho. En als Hij en Zijn discipelen, en een grote schare van Jericho uitging, zat de zoon van Timeus, Bar-timeus, de blinde, aan den weg, bedelende.

Lukas 12:17

En hij overleide bij zichzelven, zeggende: Wat zal ik doen, want ik heb niet, waarin ik mijn vruchten zal verzamelen.

Lukas 16:20

En er was een zeker bedelaar, met name Lazarus, welke lag voor zijn poort vol zweren;

Lukas 16:22

En het geschiedde, dat de bedelaar stierf, en van de engelen gedragen werd in den schoot van Abraham.

Lukas 18:4

En hij wilde voor een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen mens ontzie;

Johannes 9:8

De geburen dan, en die hem te voren gezien hadden, dat hij blind was, zeiden: Is deze niet, die zat en bedelde?

Handelingen 3:2

En een zeker man, die kreupel was van zijner moeders lijf, werd gedragen, welken zij dagelijks zetten aan de deur des tempels, genaamd de Schone, om een aalmoes te begeren van degenen, die in den tempel gingen;

Handelingen 9:6

En hij, bevende en verbaasd zijnde, zeide: Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal? En de Heere zeide tot hem: Sta op, en ga in de stad, en u zal aldaar gezegd worden, wat gij doen moet.

2 Thessalonicenzen 3:11

Want wij horen, dat sommigen onder u ongeregeld wandelen, niet werkende, maar ijdele dingen doende.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org