Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden,

New American Standard Bible

And those passing by were hurling abuse at Him, wagging their heads

Kruisreferenties

Psalmen 109:25

Nog ben ik hun een smaad; als zij mij zien, zo schudden zij hun hoofd.

Klaagliederen 1:12

Lamed. Gaat het ulieden niet aan, gij allen, die over weg gaat? Schouwt het aan en ziet, of er een smart zij gelijk mijn smart, die mij aangedaan is, waarmede de HEERE mij bedroefd heeft ten dage der hittigheid Zijns toorns.

Job 16:4

Zou ik ook, als gijlieden, spreken, indien uw ziel ware in mijner ziele plaats? Zou ik woorden tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd schudden?

Psalmen 22:6-7

Maar ik ben een worm en geen man, een smaad van mensen, en veracht van het volk.

Psalmen 22:17

Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; zij schouwen het aan, zij zien op mij.

Psalmen 31:11-13

Vanwege al mijn wederpartijders ben ik, ook mijn naburen, grotelijks tot een smaad geworden, en mijn bekenden tot een schrik; die mij op de straten zien, vlieden van mij weg.

Psalmen 35:15-21

Maar als ik hinkte, waren zij verblijd, en verzamelden zich; zij verzamelden zich tot mij als geslagenen, en ik merkte niets; zij scheurden hun klederen, en zwegen niet stil.

Psalmen 69:7-12

Want om Uwentwil draag ik versmaadheid; schande heeft mijn aangezicht bedekt.

Psalmen 69:20

De versmaadheid heeft mijn hart gebroken, en ik ben zeer zwak; en ik heb gewacht naar medelijden, maar er is geen; en naar vertroosters, maar heb ze niet gevonden.

Psalmen 109:2

Want de mond des goddelozen en de mond des bedrogs zijn tegen mij opengedaan; zij hebben met mij gesproken met een valse tong.

Klaagliederen 2:15-17

Samech. Allen, die over weg gaan, klappen met de handen over u, zij fluiten en schudden hun hoofd over de dochter Jeruzalems, zeggende: Is dit die stad, waar men van zeide, dat zij volkomen van schoonheid was, een vreugde der ganse aarde?

Markus 15:29-30

En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden, en zeggende: Ha! Gij, die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt,

Lukas 23:35-39

En het volk stond en zag het aan. En ook de oversten met hen beschimpten Hem, zeggende: Anderen heeft Hij verlost, dat Hij nu Zichzelven verlosse, zo Hij is de Christus, de Uitverkorene Gods.

1 Petrus 2:22-24

Die geen zonde gedaan heeft, en er is geen bedrog in Zijn mond gevonden;

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org