Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Ik heb tot den HEERE gezegd: Gij zijt mijn God; neem ter ore, o HEERE! de stem mijner smekingen.
New American Standard Bible
I said to the LORD, "You are my God; Give ear, O LORD, to the voice of my supplications.
Kruisreferenties
Psalmen 16:2
O mijn ziel! gij hebt tot den HEERE gezegd: Gij zijt de HEERE, mijn goedheid raakt niet tot U;
Psalmen 31:14
Maar ik vertrouw op U, o HEERE! Ik zeg: Gij zijt mijn God.
Psalmen 142:5
Tot U riep ik, o HEERE! ik zeide: Gij zijt mijn Toevlucht, mijn Deel in het land der levenden.
Psalmen 16:5-6
De HEERE is het deel mijner erve, en mijns bekers; Gij onderhoudt mijn lot.
Psalmen 27:7-8
Hoor, HEERE! mijn stem, als ik roep; en wees mij genadig, en antwoord mij.
Psalmen 28:1-2
Een psalm van David. Tot U roep ik, HEERE! mijn Rotssteen, houd U niet als doof van mij af; opdat ik niet, zo Gij U van mij stil houdt, vergeleken worde met degenen, die in den kuil nederdalen.
Psalmen 55:1-2
Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. (1a) O God! neem mijn gebed ter oren, en verberg U niet voor mijn smeking.
Psalmen 64:1
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (1a) Hoor, o God! mijn stem in mijn geklag; behoed mijn leven voor des vijands schrik.
Psalmen 91:2
Ik zal tot den HEERE zeggen: Mijn Toevlucht en mijn Burg! mijn God, op Welken ik vertrouw!
Psalmen 116:1
Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen;
Psalmen 119:57
Cheth. De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren.
Psalmen 130:2
HEERE! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen.
Psalmen 143:1
Een psalm van David. O HEERE! hoor mijn gebed, neig de oren tot mijn smekingen; verhoor mij naar Uw waarheid, naar Uw gerechtigheid.
Klaagliederen 3:24
Cheth. De HEERE is mijn Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen.
Zacharia 13:9
En Ik zal dat derde deel in het vuur brengen, en Ik zal het louteren, gelijk men zilver loutert, en Ik zal het beproeven, gelijk men goud beproeft; het zal Mijn Naam aanroepen, en Ik zal het verhoren; Ik zal zeggen: Het is Mijn volk; en het zal zeggen: De HEERE is mijn God.