Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Maar Gideon zeide tot Hem: Och, mijn Heer! zo de HEERE met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren? en waar zijn al Zijn wonderen, die onze vaders ons verteld hebben, zeggende: Heeft ons de HEERE niet uit Egypte opgevoerd? Doch nu heeft ons de HEERE verlaten, en heeft ons in der Midianieten hand gegeven.

New American Standard Bible

Then Gideon said to him, "O my lord, if the LORD is with us, why then has all this happened to us? And where are all His miracles which our fathers told us about, saying, 'Did not the LORD bring us up from Egypt?' But now the LORD has abandoned us and given us into the hand of Midian."

Kruisreferenties

Psalmen 44:1

Een onderwijzing, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (1a) O God! wij hebben het met onze oren gehoord, onze vaders hebben het ons verteld: Gij hebt een werk gewrocht in hun dagen, in de dagen van ouds.

2 Kronieken 15:2

En hij ging uit, Asa tegen, en hij zeide tot hem: Hoort mij, Asa, en gans Juda, en Benjamin! De HEERE is met ulieden, terwijl gij met Hem zijt; en zo gij Hem zoekt, Hij zal van u gevonden worden; maar zo gij Hem verlaat, Hij zal u verlaten.

Psalmen 89:49

HEERE! waar zijn Uw vorige goedertierenheden, die Gij David gezworen hebt bij Uw trouw?

Jesaja 63:15

Zie van den hemel af, en aanschouw van Uw heilige en Uw heerlijke woning; waar zijn Uw ijver en Uw mogendheden, het gerommel Uws ingewands en Uwer barmhartigheden? Zij houden zich tegen mij in.

Genesis 25:22

En de kinderen stieten zich samen in haar lichaam. Toen zeide zij: Is het zo? waarom ben ik dus? en zij ging om den HEERE te vragen.

Exodus 33:14-16

Hij dan zeide: Zou Mijn aangezicht moeten medegaan, om u gerust te stellen?

Numberi 14:14-15

En zij zullen zeggen tot de inwoners van dit land, die gehoord hebben, dat Gij, HEERE! in het midden van dit volk zijt; dat Gij HEERE! oog aan oog gezien wordt, dat Uw wolk over hen staat, en Gij in een wolkkolom voor hun aangezicht gaat des daags, en in een vuurkolom des nachts.

Deuteronomium 29:24

En alle volken zullen zeggen: Waarom heeft de HEERE aan dit land alzo gedaan? Wat is de ontsteking van dezen groten toorn?

Deuteronomium 30:17-18

Maar indien uw hart zich zal afwenden, en gij niet horen zult, en gij gedreven zult worden, dat gij u voor andere goden buigt, en dezelve dient;

Deuteronomium 31:17

Zo zal Mijn toorn te dien dage tegen hetzelve ontsteken, en Ik zal hen verlaten, en Mijn aangezicht van hen verbergen, dat zij ter spijze zijn, en vele kwaden en benauwdheden zullen het treffen; dat het te dien dage zal zeggen: Hebben mij deze kwaden niet getroffen, omdat mijn God in het midden van mij niet is?

Psalmen 27:9

Verberg Uw aangezicht niet voor mij, keer Uw knecht niet af in toorn; Gij zijt mijn Hulp geweest, begeef mij niet, en verlaat mij niet, o God mijns heils!

Psalmen 77:7-9

Zal dan de Heere in eeuwigheden verstoten, en voortaan niet meer goedgunstig zijn?

Psalmen 78:3-4

Die wij gehoord hebben en weten ze, en onze vaders ons verteld hebben.

Jesaja 41:17

De ellendigen en nooddruftigen zoeken water, maar er is geen, hun tong versmacht van dorst; Ik, de HEERE zal hen verhoren, Ik, de God Israels, zal hen niet verlaten.

Jesaja 59:1-2

Ziet, de hand des HEEREN is niet verkort, dat zij niet zou kunnen verlossen; en Zijn oor is niet zwaar geworden, dat het niet zou kunnen horen.

Jeremia 23:33

Wanneer dan dit volk, of een profeet, of priester u vragen zal, zeggende: Wat is des HEEREN last? Zo zult gij tot hen zeggen: Wat last? Dat Ik ulieden verlaten zal, spreekt de HEERE.

Romeinen 8:31

Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?

Vers Info

Context Lezingen

12 Toen verscheen hem de Engel des HEEREN, en zeide tot hem: De HEERE is met u, gij strijdbare held! 13 Maar Gideon zeide tot Hem: Och, mijn Heer! zo de HEERE met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren? en waar zijn al Zijn wonderen, die onze vaders ons verteld hebben, zeggende: Heeft ons de HEERE niet uit Egypte opgevoerd? Doch nu heeft ons de HEERE verlaten, en heeft ons in der Midianieten hand gegeven. 14 Toen keerde zich de HEERE tot hem, en zeide: Ga heen in deze uw kracht, en gij zult Israel uit der Midianieten hand verlossen; heb Ik u niet gezonden?


Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org