Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens, wie gij zijt, die anderen oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelven; want gij, die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen.

New American Standard Bible

Therefore you have no excuse, everyone of you who passes judgment, for in that which you judge another, you condemn yourself; for you who judge practice the same things.

Kruisreferenties

2 Samuël 12:5-7

Toen ontstak Davids toorn zeer tegen dien man; en hij zeide tot Nathan: Zo waarachtig als de HEERE leeft, de man, die dat gedaan heeft, is een kind des doods!

Lukas 6:37

En oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld worden; verdoemt niet, en gij zult niet verdoemd worden; laat los, en gij zult losgelaten worden.

Romeinen 2:3

En denkt gij dit, o mens, die oordeelt dengenen, die zulke dingen doen, en dezelve doet, dat gij het oordeel Gods zult ontvlieden?

Romeinen 9:20

Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot dengene, die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt?

Psalmen 50:16-20

Maar tot den goddeloze zegt God: Wat hebt gij Mijn inzettingen te vertellen, en neemt Mijn verbond in uw mond?

Mattheüs 7:1-5

Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt.

Mattheüs 23:29-31

Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij bouwt de graven der profeten op, en versiert de graftekenen der rechtvaardigen;

Lukas 19:22

Maar hij zeide tot hem: Uit uw mond zal ik u oordelen, gij boze dienstknecht! Gij wist, dat ik een straf mens ben, nemende weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende, wat ik niet gezaaid heb.

Johannes 8:7-9

En als zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op, en zeide tot hen: Die van ulieden zonder zonde is, werpe eerst den steen op haar.

Romeinen 1:18-20

Want de toorn Gods wordt geopenbaard van den hemel over alle goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen, als die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.

Romeinen 2:21-23

Die dan een anderen leert, leert gij uzelven niet? Die predikt, dat men niet stelen zal, steelt gij?

Romeinen 2:26-27

Indien dan de voorhuid de rechten der wet bewaart, zal niet zijn voorhuid tot een besnijdenis gerekend worden?

1 Corinthiërs 7:16

Want wat weet gij, vrouw, of gij den man zult zalig maken? Of wat weet gij, man, of gij de vrouw zult zalig maken?

Jakobus 2:20

Maar wilt gij weten, o ijdel mens, dat het geloof zonder de werken dood is?

Jakobus 4:11

Broeders, spreekt niet kwalijk van elkander. Die van zijn broeder kwalijk spreekt en zijn broeder oordeelt, die spreekt kwalijk van de wet, en oordeelt de wet. Indien gij nu de wet oordeelt, zo zijt gij geen dader der wet, maar een rechter.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org