Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren.
New American Standard Bible
The LORD is far from the wicked, But He hears the prayer of the righteous.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Psalmen 145:18-19
Koph. De HEERE is nabij allen, die Hem aanroepen, allen, die Hem aanroepen in der waarheid.
Spreuken 15:8
Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen.
Psalmen 10:1
O HEERE! waarom staat Gij van verre? waarom verbergt Gij U in tijden van benauwdheid?
Psalmen 18:41
Zij riepen, maar er was geen verlosser; tot den HEERE, maar Hij antwoordde hun niet.
Psalmen 34:15-17
Ain. De ogen des HEEREN zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep.
Psalmen 66:18-19
Had ik naar ongerechtigheid met mijn hart gezien, de Heere zou niet gehoord hebben.
Psalmen 73:27
Want ziet, die verre van U zijn, zullen vergaan; Gij roeit uit, al wie van U afhoereert.
Psalmen 138:6
Want de HEERE is hoog, nochtans ziet Hij de nederige aan, en den verhevene kent Hij van verre.
Jesaja 55:8-9
Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE.
Mattheüs 25:46
En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.
Johannes 9:31
En wij weten, dat God de zondaars niet hoort; maar zo iemand godvruchtig is, en Zijn wil doet, dien hoort Hij.
Romeinen 8:26-27
En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen.
Efeziërs 2:12-13
Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israels, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld.
Jakobus 5:16-18
Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt; een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel.
1 Petrus 3:12
Want de ogen des Heeren zijn over de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun gebed; maar het aangezicht des Heeren is tegen degenen, die kwaad doen.