8 Bijbelverzen over Dertig En Nog Iets

Meest relevante verzen

Jozua 12:24

De koning van Thirza, een. Al deze koningen zijn een en dertig.

Numberi 31:40

En der mensen zielen waren zestien duizend, en hun schatting voor den HEERE twee en dertig zielen.

1 Koningen 20:1

En Benhadad, de koning van Syrie, vergaderde al zijn macht; en twee en dertig koningen waren met hem, en paarden en wagenen; en hij toog op, en belegerde Samaria en krijgde tegen haar.

1 Koningen 20:16

En zij togen uit op den middag. Benhadad nu dronk zich dronken in de tenten, hij en de koningen, de twee en dertig koningen, die hem hielpen.

1 Koningen 22:31

De koning nu van Syrie had geboden aan de oversten der wagenen, van welke hij twee en dertig had, zeggende: Gij zult noch kleinen noch groten bestrijden, maar den koning van Israel alleen.

Genesis 46:15

Dit zijn de zonen van Lea, die zij Jakob gebaard heeft in Paddan-Aram, met Dina zijn dochter; al de zielen zijner zonen en zijner dochteren waren drie en dertig.

Jozua 7:5

En de mannen van Ai sloegen van dezelven omtrent zes en dertig man, en vervolgden hen van voor de poort tot Schebarim toe, en sloegen hen in een afgang. Toen versmolt het hart des volks, en het werd tot water.

2 Samuël 23:39

Uria, de Hethiet, zeven en dertig in alles.

Never miss a post

Public domain