20 Bijbelverzen over Duizenden

Meest relevante verzen

1 Koningen 4:32

En hij sprak drie duizend spreuken; daartoe waren zijn liederen duizend en vijf.

Ezra 2:39

De kinderen van Harim, duizend en zeventien.

Nehemia 7:42

De kinderen van Harim, duizend en zeventien;

Ezra 2:37

De kinderen van Immer, duizend twee en vijftig.

Nehemia 7:40

De kinderen van Immer, duizend twee en vijftig;

Ezra 2:12

De kinderen van Azgad, duizend tweehonderd twee en twintig.

Ezra 2:38

De kinderen van Pashur, duizend tweehonderd zeven en veertig.

Nehemia 7:41

De kinderen van Pashur, duizend, tweehonderd zeven en veertig;

Ezra 2:7

De kinderen van Elam, duizend tweehonderd vier en vijftig.

Nehemia 7:12

De kinderen van Elam, duizend, tweehonderd vier en vijftig;

Ezra 2:31

De kinderen van den anderen Elam, duizend tweehonderd vier en vijftig.

Nehemia 7:34

De kinderen des anderen Elams, duizend, tweehonderd vier en vijftig;

1 Koningen 10:26

Daartoe vergaderde Salomo wagenen en ruiteren, en hij had duizend en vierhonderd wagenen, en twaalf duizend ruiteren, en legde ze in de wagensteden en bij den koning in Jeruzalem.

2 Samuël 8:4

En David nam hem duizend wagens af, en zevenhonderd ruiteren, en twintig duizend man te voet; en David ontzenuwde alle wagenpaarden, en hield daarvan honderd wagenen over.

1 Kronieken 26:30

Van de Hebronieten was Hasabja, en zijn broeders, kloeke mannen, duizend en zevenhonderd, over de ambten van Israel op deze zijde van de Jordaan tegen het westen, over al het werk des HEEREN, en tot den dienst des konings.

1 Kronieken 9:13

Daartoe hun broeders, hoofden in de huizen hunner vaderen, duizend zevenhonderd en zestig, kloeke helden aan het werk van den dienst van het huis Gods.

Deuteronomium 33:17

Hij heeft de heerlijkheid des eerstgeborenen zijns osses, en zijn hoornen zijn hoornen des eenhoorns; met dezelve zal hij de volken te zamen stoten tot aan de einden des lands. Dezen nu zijn de tien duizenden van Efraim, en dezen zijn de duizenden van Manasse!

2 Kronieken 12:3

Met duizend en tweehonderd wagenen, en met zestig duizend ruiteren; en des volks was geen getal, dat met hem kwam uit Egypte, Libiers, Suchieten en Moren;

2 Kronieken 1:14

En Salomo vergaderde wagenen en ruiteren, zodat hij duizend en vierhonderd wagenen, en twaalf duizend ruiteren had; en hij legde ze in de wagensteden, en bij den koning te Jeruzalem.

Never miss a post

Public domain