7 Bijbelverzen over Groei In Rijkdom

Meest relevante verzen

Spreuken 11:24

Er is een, die uitstrooit, denwelken nog meer toegedaan wordt; en een, die meer inhoudt dan recht is, maar het is tot gebrek.

Prediker 5:11

De slaap des arbeiders is zoet, hij hebbe weinig of veel gegeten; maar de zatheid des rijken laat hem niet slapen.

Spreuken 14:4

Als er geen ossen zijn, zo is de krib rein; maar door de kracht van den os is der inkomsten veel.

Genesis 26:13

En die man werd groot, ja, hij werd doorgaans groter, totdat hij zeer groot geworden was.

Genesis 30:30

Want het weinige, dat gij voor mij gehad hebt, dat is tot een menigte uitgebroken; en de HEERE heeft u gezegend bij mijn voet; nu dan, wanneer zal ik ook werken voor mijn huis?

Genesis 30:43

En die man brak gans zeer uit in menigte, en hij had vele kudden, en dienstmaagden, en dienstknechten, en kemelen, en ezelen.

Mattheüs 20:10

En de eersten komende, meenden, dat zij meer ontvangen zouden; en zij zelven ontvingen ook elk een penning.

Never miss a post

Public domain