10 Bijbelverzen over Het Betwijfelen Van De Herrijzenis

Meest relevante verzen

Mattheüs 28:17

En als zij Hem zagen, baden zij Hem aan; doch sommigen twijfelden.

Markus 16:11

En als dezen hoorden, dat Hij leefde, en van haar gezien was, geloofden zij het niet.

Markus 16:13

Dezen, ook heengaande, boodschapten het aan de anderen; maar zij geloofden ook die niet.

Lukas 24:11

En haar woorden schenen voor hen als ijdel geklap, en zij geloofden haar niet.

Lukas 24:41

En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden, en zich verwonderden, zeide Hij tot hen: Hebt gij hier iets om te eten?

Johannes 20:25

De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben den Heere gezien. Doch hij zeide tot hen: Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steke in het teken der nagelen, en steke mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven.

Johannes 20:27

Daarna zeide Hij tot Thomas: Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en breng uw hand, en steek ze in Mijn zijde; en zijt niet ongelovig, maar gelovig.

Markus 16:14

Daarna is Hij geopenbaard aan de elven, daar zij aanzaten, en verweet hun hun ongelovigheid en hardigheid des harten, omdat zij niet geloofd hadden degenen, die Hem gezien hadden, nadat Hij opgestaan was.

Lukas 24:38

En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij ontroerd, en waarom klimmen zulke overleggingen in uw harten?

Handelingen 26:8

Wat? wordt het bij ulieden ongelofelijk geoordeeld, dat God de doden opwekt?

Never miss a post

Public domain