19 Bijbelverzen over Hoge Benoemingen

Meest relevante verzen

Job 42:11

Ook kwamen tot hem al zijn broeders, en al zijn zusters, en allen, die hem te voren gekend hadden, en aten brood met hem in zijn huis, en beklaagden hem, en vertroostten hem over al het kwaad, dat de HEERE over hem gebracht had; en zij gaven hem een iegelijk een stuk gelds, een iegelijk ook een gouden voorhoofdsiersel.

Genesis 33:19

En hij kocht een deel des velds, waarop hij zijn tent gespannen had, van de hand der zonen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds.

Jozua 24:32

Zij begroeven ook de beenderen van Jozef, die de kinderen Israel uit Egypte opgebracht hadden, te Sichem, in dat stuk velds, hetwelk Jakob gekocht had van de kinderen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds, want zij waren aan de kinderen van Jozef ter erfenis geworden.

Ezechiël 45:12

En de sikkel zal zijn van twintig gera; twintig sikkelen, vijf en twintig sikkelen, en vijftien sikkelen, zal ulieden een pond zijn.

Nehemia 7:72

En wat de overigen des volks gaven, was aan goud, twintig duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend mijnen, en zeven en zestig priesterrokken.

Nehemia 7:71

En anderen van de hoofden der vaderen gaven tot den schat des werks, aan goud, twintig duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend en tweehonderd ponden.

Ezra 2:69

Zij gaven naar hun vermogen tot den schat des werks, aan goud, een en zestig duizend drachmen, en aan zilver, vijf duizend ponden, en honderd priesterrokken.

Lukas 19:13

En geroepen hebbende zijn tien dienstknechten, gaf hij hun tien ponden, en zeide tot hen: Doet handeling, totdat ik kome.

Lukas 19:16

En de eerste kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft tien ponden daartoe gewonnen.

Lukas 19:18

En de tweede kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft vijf ponden gewonnen.

Lukas 19:20

En een ander kwam, zeggende: Heer, zie hier uw pond, hetwelk ik in een zweetdoek weggelegd had;

Lukas 19:24

En hij zeide tot degenen, die bij hem stonden: Neemt dat pond van hem weg, en geeft het dien, die de tien ponden heeft.

Lukas 19:25

En zij zeiden tot hem: Heer, hij heeft tien ponden.

Mattheüs 18:24

Als hij nu begon te rekenen, werd tot hem gebracht een, die hem schuldig was tien duizend talenten.

Mattheüs 25:15

En den ene gaf hij vijf talenten, en den anderen twee, en den derden een, een iegelijk naar zijn vermogen, en verreisde terstond.

Mattheüs 25:20

En die de vijf talenten ontvangen had, kwam, en bracht tot hem andere vijf talenten, zeggende: Heer, vijf talenten hebt gij mij gegeven; zie, andere vijf talenten heb ik boven dezelve gewonnen.

Mattheüs 25:22

En die de twee talenten ontvangen had, kwam ook tot hem, en zeide: Heer, twee talenten hebt gij mij gegeven; zie, twee andere talenten heb ik boven dezelve gewonnen.

Mattheüs 25:24

Maar die het ene talent ontvangen had, kwam ook en zeide: Heer, ik kende u, dat gij een hard mens zijt, maaiende, waar gij niet gezaaid hebt, en vergaderende van daar, waar gij niet gestrooid hebt;

Mattheüs 25:28

Neemt dan van hem het talent weg, en geeft het dengene, die de tien talenten heeft.

Never miss a post

Public domain