10 Bijbelverzen over Innerlijke Kledij

Meest relevante verzen

Johannes 19:23

De krijgsknechten dan, als zij Jezus gekruist hadden, namen Zijn klederen, (en maakten vier delen, voor elken krijgsknecht een deel) en den rok. De rok nu was zonder naad, van boven af geheel geweven.

Mattheüs 5:40

En zo iemand met u rechten wil, en uw rok nemen, laat hem ook den mantel;

Lukas 6:29

Dengene, die u aan de wang slaat, biedt ook de andere; en dengene, die u den mantel neemt, verhindert ook den rok niet te nemen.

Lukas 9:3

En Hij zeide tot hen: Neemt niets mede tot den weg, noch staven, noch male, noch brood, noch geld; noch iemand van u zal twee rokken hebben.

Markus 6:9

Maar dat zij schoenzolen zouden aanbinden, en met geen twee rokken gekleed zijn.

Markus 14:63

En de hogepriester, verscheurende zijn klederen, zeide: Wat hebben wij nog getuigen van node?

Handelingen 9:39

En Petrus stond op, en ging met hen; welken zij, als hij daar gekomen was, in de opperzaal leidden. En al de weduwen stonden bij hem, wenende, en tonende de rokken en klederen, die Dorkas gemaakt had, als zij bij haar was.

Never miss a post

Public domain