20 Bijbelverzen over Mensen Die Zorgen
Meest relevante verzen
En dat ook de onzen leren, goede werken voor te staan tot nodig gebruik, opdat zij niet onvruchtbaar zijn.
En ik zal u aldaar onderhouden; want er zullen nog vijf jaren des hongers zijn, opdat gij niet verarmt, gij en uw huis, en alles wat gij hebt!
Nu dan, vreest niet! Ik zal u en uw kleine kinderen onderhouden. Zo troostte hij hen, en sprak naar hun hart.
Want het weinige, dat gij voor mij gehad hebt, dat is tot een menigte uitgebroken; en de HEERE heeft u gezegend bij mijn voet; nu dan, wanneer zal ik ook werken voor mijn huis?
Dies zullen zij komen, en op de hoogte van Sion juichen, en toevloeien tot des HEEREN goed, tot het koren, en tot den most, en tot de olie, en tot de jonge schapen en runderen; en hun ziel zal zijn als een gewaterde hof, en zij zullen voortaan niet meer treurig zijn.
Maar zo enige weduwe kinderen heeft, of kindskinderen, dat die leren eerst aan hun eigen huis godzaligheid oefenen, en den voorouderen wedervergelding te doen; want dat is goed en aangenaam voor God.
Doch zo iemand de zijnen, en voornamelijk zijn huisgenoten, niet verzorgt, die heeft het geloof verloochend, en is erger dan een ongelovige.
Die ons ook eerden met veel eer, en als wij vertrekken zouden, bestelden zij ons hetgeen van node was.
En ik verblijde mij over de aankomst van Stefanas, en Fortunatus, en Achaikus, want dezen hebben vervuld hetgeen mij aan u ontbrak;
Maar opdat uit gelijkheid, in dezen tegenwoordigen tijd, uw overvloed zij om hun gebrek te vervullen; opdat ook hun overvloed zij om uw gebrek te vervullen, opdat er gelijkheid worde.
Want mijn gebrek hebben de broeders vervuld, die van Macedonie kwamen; en ik heb mijzelven in alles gehouden zonder u te bezwaren, en zal mij nog alzo houden.
Nacht en dag zeer overvloediglijk biddende, om uw aangezicht te mogen zien, en te volmaken, hetgeen aan uw geloof ontbreekt.
Geleid Zenas, den wetgeleerde, en Apollos zorgvuldiglijk, opdat hun niets ontbreke.
Barzillai nu was zeer oud, een man van tachtig jaren; en hij had den koning onderhouden, toen hij te Mahanaim zijn verblijf had; want hij was een zeer groot man.
En de koning zeide tot Barzillai: Trekt gij met mij over, en ik zal u bij mij te Jeruzalem onderhouden.
Ik heb nu uit al mijn kracht bereid tot het huis mijns Gods, goud tot gouden, en zilver tot zilveren, en koper tot koperen, ijzer tot ijzeren, en hout tot houten werken; sardonixstenen en vervullende stenen, versierstenen en borduursel, en allerlei kostelijke stenen, en marmerstenen in menigte. En daartoe, uit mijn welgevallen tot het huis mijns Gods, geef ik het bijzonder goud en zilver, dat ik heb, tot het huis mijns Gods daarenboven, behalve al wat ik ten huize des heiligdoms bereid heb; Drie duizend talenten gouds, van het goud van Ofir, en zeven duizend talenten gelouterd zilver, om de wanden der huizen te overtrekken;meer informatie
Goud tot de gouden, en zilver tot de zilveren vaten, en tot alle werk, door de hand der werkmeesteren te maken. En wie is er willig, heden zijn hand den HEERE te vullen?
En Salomo had twaalf bestelmeesters over gans Israel, die den koning en zijn huis verzorgden; voor elk was een maand in het jaar om te verzorgen.
En dat land droeg hen niet, om samen te wonen; want hun have was vele, zodat zij samen niet konden wonen.
Want hun have was te veel, om samen te wonen; en het land hunner vreemdelingschappen kon ze niet dragen vanwege hun vee.
Topics on Mensen Die Zorgen
Mensen Die Zorgen Voor Voedsel
Genesis 42:19Zo gij vroom zijt, zo zij een uwer broederen gebonden in het huis uwer bewaring; en gaat gij heen, brengt het koren voor den honger uwer huizen.