18 Bijbelverzen over Namen Voor Jeruzalem

Meest relevante verzen

2 Samuël 6:12

Toen boodschapte men den koning David, zeggende: De HEERE heeft het huis van Obed-Edom, en al wat hij heeft, gezegend om der ark Gods wil; zo ging David heen en haalde de ark Gods uit het huis van Obed-Edom opwaarts in de stad Davids, met vreugde.

Mattheüs 5:35

Noch bij de aarde, omdat zij is de voetbank Zijner voeten; noch bij Jeruzalem, omdat zij is de stad des groten Konings;

Jesaja 48:2

Ja, van de heilige stad worden zij genoemd, en zij steunen op den God Israels; HEERE der heirscharen is Zijn Naam.

Jesaja 52:1

Waak op, waak op, trek uw sterkte aan, o Sion! trek uw sierlijke klederen aan, o Jeruzalem, gij heilige stad? want in u zal voortaan geen onbesnedene noch onreine meer komen.

Psalmen 46:4

De beekjes der rivier zullen verblijden de stad Gods, het heiligdom der woningen des Allerhoogsten.

Psalmen 48:1

Een lied, een psalm, voor de kinderen van Korach. (1a) De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad onzes Gods, op den berg Zijner heiligheid.

Psalmen 87:3

Zeer heerlijke dingen worden van u gesproken, o stad Gods! Sela.

Psalmen 48:8

Gelijk wij gehoord hadden, alzo hebben wij gezien in de stad des HEEREN der heirscharen, in de stad onzes Gods; God zal haar bevestigen tot in eeuwigheid. Sela.

Jesaja 1:26

En Ik zal u uw rechters wedergeven, als in het eerste, en uw raadslieden als in den beginne; daarna zult gij een stad der gerechtigheid, een getrouwe stad, genoemd worden.

Zacharia 8:3

Alzo zegt de HEERE: Ik ben wedergekeerd tot Sion, en Ik zal in het midden van Jeruzalem wonen; en Jeruzalem zal geheten worden een stad der waarheid, en de berg des HEEREN der heirscharen, een berg der heiligheid.

Jesaja 60:14

Ook zullen, zich buigende, tot u komen de kinderen dergenen, die u onderdrukt hebben, en allen, die u gelasterd hebben zullen zich nederbuigen aan de planten uwer voeten; en zij zullen u noemen de stad des HEEREN, het Sion van den Heilige Israels.

Klaagliederen 2:15

Samech. Allen, die over weg gaan, klappen met de handen over u, zij fluiten en schudden hun hoofd over de dochter Jeruzalems, zeggende: Is dit die stad, waar men van zeide, dat zij volkomen van schoonheid was, een vreugde der ganse aarde?

Jeremia 33:16

In die dagen zal Juda verlost worden, en Jeruzalem zeker wonen; en deze is, die haar roepen zal: De HEERE, onze GERECHTIGHEID.

Jesaja 29:1

Wee Ariel, Ariel! de stad, waarin David gelegerd heeft; doet jaar tot jaar; laat ze feestofferen slachten.

Never miss a post

Public domain