7 Bijbelverzen over Niet Rechtstreeks Naar Huis Gaan

Meest relevante verzen

Numberi 32:18

Wij zullen niet wederkeren tot onze huizen, totdat zich de kinderen Israels tot erfelijke bezitters zullen gesteld hebben, een ieder van zijn erfenis.

Deuteronomium 3:20

Totdat de HEERE uw broederen rust geve, gelijk ulieden, dat zij ook erven het land, dat de HEERE, uw God, hun geven zal aan gene zijde van de Jordaan; dan zult gij wederkeren, elk tot zijn erfenis, die ik u gegeven heb.

2 Samuël 11:9

Maar Uria legde zich neder voor de deur van des konings huis, met al de knechten zijns heren; en hij ging niet af in zijn huis.

2 Samuël 11:10

En zij gaven het David te kennen, zeggende: Uria is niet afgegaan in zijn huis. Toen zeide David tot Uria: Komt gij niet van de reis? Waarom zijt gij niet afgegaan in uw huis?

1 Koningen 13:9-10

Want zo heeft mij de HEERE geboden door Zijn woord, zeggende: Gij zult geen brood eten, noch water drinken; en gij zult niet wederkeren door den weg, dien gij gegaan zijt. En hij ging door een anderen weg, en keerde niet weder door den weg, door welken hij te Beth-El gekomen was.

Mattheüs 2:12

En door Goddelijke openbaring vermaand zijnde in den droom, dat zij niet zouden wederkeren tot Herodes, vertrokken zij door een anderen weg weder naar hun land.

Mattheüs 24:18

En die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn klederen weg te nemen.

Never miss a post

Public domain