20 Bijbelverzen over Tevreden Met Rijkdom

Meest relevante verzen

Psalmen 49:6

Aangaande degenen, die op hun goed vertrouwen; en op de veelheid huns rijkdoms roemen;

Spreuken 18:11

Des rijken goed is de stad zijner sterkte, en als een verheven muur in zijn inbeelding.

Spreuken 13:8

Het rantsoen van ieders ziel is zijn rijkdom; maar de arme hoort het schelden niet.

Jeremia 9:23

Zo zegt de HEERE: Een wijze beroeme zich niet in zijn wijsheid, en de sterke beroeme zich niet in zijn sterkheid; een rijke beroeme zich niet in zijn rijkdom;

Job 31:25

Zo ik blijde ben geweest, omdat mijn vermogen groot was, en omdat mijn hand geweldig veel verkregen had;

Ezechiël 28:5

Door de grootheid uwer wijsheid in uw koophandel hebt gij uw vermogen vermeerderd, en uw hart verheft zich vanwege uw vermogen.

Markus 4:19

En de zorgvuldigheden dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms en de begeerlijkheden omtrent de andere dingen, inkomende, verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar.

Zacharia 11:5

Welker bezitters hen doden, en houden het voor geen schuld; en een ieder dergenen, die ze verkopen, zegt: Geloofd zij de HEERE, dat ik rijk geworden ben; en niemand van degenen, die ze weiden, verschoont ze.

Never miss a post

Public domain