31 Bijbelverzen over Twintig

Meest relevante verzen

Exodus 30:14

Al wie overgaat tot de getelden, van twintig jaren oud en daarboven, zal het hefoffer des HEEREN geven.

Exodus 38:26

Een beka voor elk hoofd, dat is een halve sikkel, naar den sikkel des heiligdoms, van een ieder, die overging tot de getelden, van twintig jaren oud en daarboven, namelijk zeshonderd drie duizend, vijfhonderd vijftig.

Numberi 1:3-18

Van twintig jaren oud en daarboven, allen, die ten heire in Israel uittrekken; die zult gij tellen naar hun heiren, gij en Aaron. En met ulieden zullen zijn van elken stam een man, die een hoofdman is over het huis zijner vaderen. Deze zijn nu de namen der mannen, die bij u staan zullen: van Ruben, Elizur, de zoon van Sedeur.meer informatie
Van Simeon, Selumiel, de zoon van Zurisaddai. Van Juda, Nahesson, de zoon van Amminadab. Van Issaschar, Nethaneel, de zoon van Zuar. Van Zebulon, Eliab, de zoon van Helon. Van de kinderen van Jozef: van Efraim, Elisama, de zoon van Ammihud; van Manasse, Gamaliel, de zoon van Pedazur. Van Benjamin, Abidan, de zoon van Gideoni. Van Dan, Ahiezer, de zoon van Ammisaddai. Van Aser, Pagiel, de zoon van Ochran. Van Gad, Eljasaf, de zoon van Dehuel. Van Nafthali, Ahira, de zoon van Enan. Dezen waren de geroepenen der vergadering, de oversten der stammen hunner vaderen; zij waren de hoofden der duizenden van Israel. Toen namen Mozes en Aaron die mannen, welken met namen uitgedrukt zijn. En zij verzamelden de gehele vergadering, op den eersten dag der tweede maand; en die verklaarden hun afkomst, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, in het getal der namen, van die twintig jaren oud was en daarboven, hoofd voor hoofd.

Numberi 14:29

Uw dode lichamen zullen in deze woestijn vallen; en al uw getelden, naar uw gehele getal, van twintig jaren oud en daarboven, gij, die tegen Mij gemurmureerd hebt.

Numberi 26:2

Neem de som van de gehele vergadering der kinderen Israels op, van twintig jaren oud en daarboven, naar het huis hunner vaderen, al wie ten heire in Israel uittrekt.

1 Kronieken 27:23

Maar David nam het getal van die niet op, die twintig jaren oud en daar beneden waren; omdat de HEERE gezegd had, dat Hij Israel vermenigvuldigen zou als de sterren des hemels.

1 Kronieken 23:24-27

Dit zijn de kinderen van Levi, naar het huis hunner vaderen, de hoofden der vaderen, naar hun gerekenden in het getal der namen naar hun hoofden, doende het werk van den dienst van het huis des HEEREN van twintig jaren oud en daarboven. Want David had gezegd: De HEERE, de God Israels, heeft Zijn volk rust gegeven, en Hij zal te Jeruzalem wonen tot in eeuwigheid. En ook aangaande de Levieten, dat zij den tabernakel, noch enig van deszelfs gereedschap, tot deszelfs dienst behorende, niet meer zouden dragen.meer informatie
Want naar de laatste woorden van David werden de kinderen van Levi geteld, van twintig jaren oud en daarboven;

2 Kronieken 31:17

En met die gesteld waren in het geslachtsregister der priesteren naar het huis hunner vaderen, ook de Levieten van twintig jaren oud en daarboven, in hun wachten, naar hun verdelingen;

Ezra 3:8

In het tweede jaar nu hunner aankomst ten huize Gods te Jeruzalem, in de tweede maand, begonnen Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en Jesua, de zoon van Jozadak, en de overige hunner broederen, de priesters en de Levieten, en allen, die uit de gevangenis te Jeruzalem gekomen waren; en zij stelden de Levieten, van twintig jaren oud en daarboven, om opzicht te nemen over het werk van des HEEREN huis.

Genesis 18:31

En hij zeide: Zie toch, ik heb mij onderwonden te spreken tot de Heere; misschien zullen er twintig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven om der twintigen wil.

1 Samuël 14:14

Deze eerste slag nu, waarmede Jonathan en zijn wapendrager omtrent twintig mannen versloegen, geschiedde omtrent in de helft eens bunders, zijnde een juk ossen lands.

2 Samuël 9:10

Daarom zult gij voor hem het land bearbeiden, gij, en uw zonen, en uw knechten, en zult de vruchten inbrengen, opdat de zoon uws heren brood hebbe, dat hij ete; en Mefiboseth, de zoon uws heren, zal geduriglijk brood eten aan mijn tafel. Ziba nu had vijftien zonen en twintig knechten.

2 Samuël 19:17

En duizend man van Benjamin met hem; ook Ziba, de knecht van Sauls huis, en zijn vijftien zonen en zijn twintig knechten met hem; en zij togen vaardiglijk over de Jordaan, voor den koning.

2 Samuël 3:20

En Abner kwam tot David te Hebron, en twintig mannen met hem. En David maakte Abner, en den mannen, die met hem waren, een maaltijd.

Ezra 8:19

En Hasabja, en met hem Jesaja, van de kinderen van Merari, met zijn broederen, en hun zonen, twintig;

1 Koningen 4:23

Tien vette runderen, en twintig weiderunderen, en honderd schapen; uitgenomen de herten, en reeen, en buffelen, en gemeste vogelen.

Genesis 32:14

Tweehonderd geiten en twintig bokken, tweehonderd ooien en twintig rammen;

Genesis 32:15

Dertig zogende kemelinnen met haar veulens, veertig koeien en tien varren, twintig ezelinnen en tien jonge ezels.

Exodus 26:18

En de berderen tot den tabernakel zult gij aldus maken; twintig berderen naar de zuidzijde zuidwaarts.

Exodus 26:19

Gij zult ook veertig zilveren voeten maken onder de twintig berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee houvasten, en twee voeten onder een ander berd, aan zijn twee houvasten.

Exodus 36:23

Hij maakte ook de berderen tot den tabernakel; twintig berderen naar de zuidzijde zuidwaarts.

Exodus 36:24

En hij maakte veertig zilveren voeten onder de twintig berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee houvasten, en twee voeten onder een ander berd, aan zijn twee houvasten.

Exodus 26:20

Er zullen ook twintig berderen zijn aan de andere zijde des tabernakels, aan den noorderhoek,

Exodus 36:25

Hij maakte ook twintig berderen aan de andere zijde des tabernakels, aan den noorderhoek.

Exodus 27:10

Ook zullen zijn twintig pilaren en derzelver twintig voeten, van koper zijn; de haken dezer pilaren, en hun banden zullen van zilver zijn.

Exodus 27:11

Alzo zullen ook aan den noorderhoek, in de lengte, de behangselen honderd ellen lang zijn; en zijn twintig pilaren, en derzelver twintig voeten, van koper; de haken der pilaren, en derzelver banden zullen van zilver zijn.

Exodus 38:10

Hun twintig pilaren en derzelver twintig voeten, waren van koper; de haken dezer pilaren en hun banden waren van zilver.

Exodus 38:11

En aan den noorderhoek honderd ellen, hun twintig pilaren en derzelver twintig voeten waren van koper; de haken der pilaren en derzelver banden waren van zilver.

Richteren 11:33

En hij sloeg hen van Aroer af tot daar gij komt te Minnith, twintig steden, en tot aan Abel-Keramim, met een zeer groten slag. Alzo werden de kinderen Ammons ten ondergebracht voor het aangezicht der kinderen Israels.

1 Koningen 9:11

(Waartoe Hiram, de koning van Tyrus, Salomo van cederbomen, en van dennenbomen, en van goud, naar al zijn lust opgebracht had), dat alstoen de koning Salomo aan Hiram twintig steden gaf in het land van Galilea.

2 Koningen 4:42

En er kwam een man van Baal-Salisa, en bracht den man Gods broden der eerstelingen, twintig gerstebroden, en groene aren in haar hulzen; en hij zeide: Geef aan het volk, dat zij eten.

Never miss a post

Public domain