5 Bijbelverzen over Weegschalen

Meest relevante verzen

Leviticus 11:9-12

Dit zult gij eten van al wat in de wateren is: al wat in de wateren, in de zeeen en in de rivieren, vinnen en schubben heeft, dat zult gij eten; Maar al wat in de zeeen en in de rivieren, van alle gewemel der wateren, en van alle levende ziel, die in de wateren is, geen vinnen of schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn. Ja, een verfoeisel zullen zij u zijn; van hun vlees zult gij niet eten, en hun dood aas zult gij verfoeien.meer informatie
Al wat in de wateren geen vinnen en schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.

Deuteronomium 14:9-10

Dit zult gij eten van alles, wat in de wateren is; al wat vinnen en schubben heeft, zult gij eten. Maar al wat geen vinnen en schubben heeft, zult gij niet eten; het zal ulieden onrein zijn.

Handelingen 9:18

En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende; en stond op, en werd gedoopt.

Job 41:13

In zijn hals herbergt de sterkte; voor hem springt zelfs de droefheid van vreugde op.

Topics on Weegschalen

Never miss a post

Public domain