6 Bijbelverzen over Zwartheid
Meest relevante verzen
Hooglied 5:11
Zijn hoofd is van het fijnste goud, van het dichtste goud; Zijn haarlokken zijn gekruld, zwart als een raaf.
Zacharia 6:2
Aan den eersten wagen waren rode paarden; en aan den tweeden wagen waren zwarte paarden.
Hebreeën 12:18
Want gij zijt niet gekomen tot den tastelijken berg, en het brandende vuur, en donkerheid, en duisternis, en onweder,
Spreuken 7:9
In de schemering, in den avond des daags, in den zwarten nacht en de donkerheid;
Job 3:5
Dat de duisternis en des doods schaduw hem verontreinigen; dat wolken over hem wonen; dat hem verschrikken de zwarte dampen des dags!