39 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Huis' in de Bijbel

Maar ik zal door de grootheid Uwer goedertierenheid in Uw huis ingaan; ik zal mij buigen naar het paleis Uwer heiligheid, in Uw vreze.

HEERE! ik heb lief de woning van Uw huis, en de plaats des tabernakels Uwer eer.

Een psalm, een lied der inwijding van Davids huis. (1a) Ik zal U verhogen, HEERE, want Gij hebt mij opgetrokken, en mijn vijanden over mij niet verblijd.

Neig Uw oor tot mij, red mij haastelijk; wees mij tot een sterke Rotssteen, tot een zeer vast Huis, om mij te behouden.

Ik gedenk daaraan, en stort mijn ziel uit in mij, omdat ik placht heen te gaan onder de schare, en met hen te treden naar Gods huis, met een stem van vreugdegezang en lof, onder de feesthoudende menigte.

Ik zal uit uw huis geen var nemen, noch bokken uit uw kooien;

Een gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Altascheth; toen Saul gezonden had, die zijn huis bewaren zouden, om hem te doden. (1a) Red mij van mijn vijanden, o mijn God! stel mij in een hoog vertrek voor degenen, die tegen mij opstaan.

Welgelukzalig is hij, dien Gij verkiest, en doet naderen, dat hij wone in Uw voorhoven; wij zullen verzadigd worden met het goed van Uw huis, met het heilige van Uw paleis.

De koningen der heirscharen vloden weg, zij vloden weg; en zij, die te huis bleef, deelde den roof uit.

Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren, HEERE der heirscharen, mijn Koning, en mijn God!

Welgelukzalig zijn zij, die in Uw huis wonen; zij prijzen U gestadiglijk. Sela.

Want een dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid.

Die in het huis des HEEREN geplant zijn, dien zal gegeven worden te groeien in de voorhoven onzes Gods.

Hij is gedachtig geweest Zijner goedertierenheid, en Zijner waarheid aan het huis Israels; en al de einden der aarde hebben gezien het heil onzes Gods.

Wie bedrog pleegt, zal binnen mijn huis niet blijven; die leugenen spreekt, zal voor mijn ogen niet bevestigd worden.

Alwaar de vogeltjes nestelen; des ooievaars huis zijn de dennebomen.

Hij zette hem tot een heer over zijn huis, en tot een heerser over al zijn goed;

Gij huis van Aaron! vertrouw op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.

In de voorhoven van het huis des HEEREN, in het midden van u, o Jeruzalem! Hallelujah!

Het huis van Aaron zegge nu, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.

Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN.

Een lied Hammaaloth, van David. Ik verblijd mij in degenen, die tot mij zeggen: Wij zullen in het huis des HEEREN gaan.

Want daar zijn de stoelen des gerichts gezet, de stoelen van het huis van David.

Een lied Hammaaloth, van Salomo. Zo de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan; zo de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter.

Een lied Hammaaloth. Ziet, looft den HEERE, alle gij knechten des HEEREN! gij, die allen nacht in het huis des HEEREN staat.

Gij, die staat in het huis des HEEREN, in de voorhoven van het huis onzes Gods!

Gij huis Israels! looft den HEERE; gij huis Aarons! looft den HEERE.

Gij huis van Levi! looft den HEERE; gij die den HEERE vreest! looft den HEERE.

Public domain