Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
David nu kon niet heengaan voor hetzelve, om God te zoeken; want hij was verschrikt voor het zwaard van den engel des HEEREN.
New American Standard Bible
But David could not go before it to inquire of God, for he was terrified by the sword of the angel of the LORD.
Kruisreferenties
Deuteronomium 10:12
Nu dan, Israel! wat eist de HEERE, uw God van u dan den HEERE, uw God, te vrezen, in al Zijn wegen te wandelen, en Hem lief te hebben, en den HEERE, uw God, te dienen, met uw ganse hart en met uw ganse ziel;
2 Samuël 6:9
En David vreesde den HEERE ten zelven dage; en hij zeide: Hoe zal de ark des HEEREN tot mij komen?
1 Kronieken 13:12
En David vreesde den HEERE te dien dage, zeggende: Hoe zal ik de ark Gods tot mij brengen?
1 Kronieken 21:16
Als David zijn ogen ophief, zo zag hij den engel des HEEREN, staande tussen de aarde en tussen den hemel, met zijn uitgetrokken zwaard in zijn hand, uitgestrekt over Jeruzalem; toen viel David, en de oudsten, bedekt met zakken, op hun aangezichten.
Job 13:21
Doe Uw hand verre van op mij, en Uw verschrikking make mij niet verbaasd.
Job 21:6
Ja, wanneer ik daaraan gedenk, zo word ik beroerd, en mijn vlees heeft een gruwen gevat.
Job 23:15
Hierom word ik voor Zijn aangezicht beroerd; aanmerk het, en vrees voor Hem;
Psalmen 90:11
Wie kent de sterkte Uws toorns, en Uw verbolgenheid, naardat Gij te vrezen zijt?
Psalmen 119:120
Het haar mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen.
Jeremia 5:22
Zult gijlieden Mij niet vrezen? spreekt de HEERE; zult gij voor Mijn aangezicht niet beven? Die der zee het zand tot een paal gesteld heb, met een eeuwige inzetting, dat zij daarover niet zal gaan; ofschoon haar golven zich bewegen, zo zullen zij toch niet vermogen, ofschoon zij bruisen, zo zullen zij toch daarover niet gaan.
Jeremia 10:7
Wie zou U niet vrezen, Gij Koning der heidenen? Want het komt U toe; omdat toch onder alle wijzen der heidenen, en in hun ganse koninkrijk, niemand U gelijk is.
Hebreeën 12:28-29
Daarom, alzo wij een onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat ons de genade vast houden, door dewelke wij welbehagelijk Gode mogen dienen, met eerbied en godvruchtigheid.
Openbaring 1:17
En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste;
Openbaring 15:4
Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Want Gij zijt alleen heilig; want alle volken zullen komen, en voor U aanbidden; want Uw oordelen zijn openbaar geworden.