1 Samuël 23:27
Doch daar kwam een bode tot Saul, zeggende: Haast u, en kom, want de Filistijnen zijn in het land gevallen.
2 Koningen 19:9
Als hij nu hoorde van Tirhaka, den koning van Cusch, zeggen: Ziet, hij is uitgetogen om tegen u te strijden, zond hij weder boden tot Hizkia, zeggende:
Genesis 22:14
En Abraham noemde den naam van die plaats: De HEERE zal het voorzien! Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op den berg des HEEREN zal het voorzien worden!
Deuteronomium 32:36
Want de HEERE zal aan Zijn volk recht doen, en het zal Hem over Zijn knechten berouwen; want Hij zal zien, dat de hand is weggegaan, en de beslotene en verlatene niets is.
1 Kronieken 14:13
Doch de Filistijnen voeren nog voort, en zij verspreidden zich in dat dal.
Psalmen 116:3
De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis.
Openbaring 12:16
En de aarde kwam de vrouw te hulp, en de aarde opende haar mond, en verzwolg de rivier, welke de draak uit zijn mond had geworpen.
Treasury of Scripture Knowledge did not add