1 Timotheüs
- 69 En
- 59 De
- 39 Die
- 36 Een
- 30 Zijn
- 28 Dat
- 28 Niet
- 27 Het
- 24 Maar
- 24 Van
- 23 Zij
- 20 Den
- 18 Te
- 18 Tot
- 17 Alle
- 17 Der
- 16 Ik
- 16 Want
- 15 Christus
- 15 Geloof
- 15 God
- 14 Hebben
- 14 Zo
- 13 Jezus
- 13 Opdat
- 12 Des
- 12 Met
- 11 Dingen
- 11 Ook
- 11 Voor
- 10 Gij
- 10 Heeft
- 9 Als
- 9 Deze
- 9 Geen
- 9 Godzaligheid
- 9 Goed
- 9 Leer
- 9 Welke
- 9 Worden
- 8 Dan
- 8 Doch
- 8 Gods
- 8 Goede
- 8 Hebbende
- 8 Naar
- 7 Aan
- 7 Dit
- 7 Heere
- 7 Leren
- 7 Mensen
- 7 Sommigen
- 6 Alleen
- 6 Hij
- 6 Hun
- 6 Kinderen
- 6 Onzen
- 6 Op
- 6 Woord
- 6 Zich
- 5 Beveel
- 5 Eer
- 5 Eigen
- 5 Er
- 5 Getrouw
- 5 Heb
- 5 Hetwelk
- 5 Huis
- 5 Iemand
- 5 Liefde
- 5 Noch
- 5 Onder
- 5 Vrouw
- 5 Waardig
- 5 Waarheid
- 5 Wij
- 5 Zichzelven
- 5 Zullen
- 4 Allen
- 4 Door
- 4 Eerbaar
- 4 Gedaan
- 4 Geweten
- 4 Jonge
- 4 Leven
- 4 Man
- 4 Mij
- 4 Niets
- 4 Om
- 4 Openbaar
- 4 Regeren
- 4 Tegen
- 4 Vele
- 4 Vermaan
- 4 Vrouwen
- 4 Weduwen
- 4 Wel
- 4 Wereld
- 4 Werken
- 4 Wil
1 Timotheüs
- 113
- 7 Christus Jezus
- 6 Jezus Christus
- 4 Goede werken
- 4 In het geloof
- 4 Van God
- 4 Voor God
- 3 Alle dingen
- 3 Alle dingen
- 3 Alle dingen
- 3 De wereld
- 3 Getrouw woord
- 3 In Christus
- 3 In de wereld
- 2 Dat is goed
- 2 Den heer
- 2 Goed geweten.
- 2 Goed geweten.
- 2 Het eeuwige leven
- 2 Het eeuwige leven
- 2 Het woord
- 1 Aan hem
- 1 Apostel van Jezus Christus
- 1 De schrift zegt
- 1 Dienaar van Jezus Christus
- 1 Eén vader
- 1 Genade zij met u
- 1 Gezonde woorden
- 1 Gezonde woorden
- 1 Het evangelie
- 1 Het gebed.
- 1 In de laatste tijd
- 1 In heerlijkheid
- 1 Koning der koningen
- 1 Naam van God
- 1 Opgenomen in heerlijkheid
- 1 Vallen in verzoeking
- 1 Vallen in verzoeking
- 1 Voor alle mensen
- 1 Voor alle mensen
- 1 Voor vele getuigen
- 1 Voor vele getuigen