Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Aangaande Gad, een bende zal hem aanvallen; maar hij zal haar aanvallen in het einde.
New American Standard Bible
"As for Gad, raiders shall raid him, But he will raid at their heels.
Kruisreferenties
Genesis 30:11
Toen zeide Lea: Er komt een hoop! en zij noemde zijn naam Gad.
Genesis 46:16
En de zonen van Gad: Zifjon en Haggi, Schuni en Ezbon, Eri en Arodi, en Areli.
Numberi 32:1-42
De kinderen van Ruben nu hadden veel vee, en de kinderen van Gad hadden machtig veel; en zij bezagen het land Jaezer, en het land van Gilead, en ziet, deze plaats was een plaats voor vee.
Deuteronomium 33:20-21
En van Gad zeide hij: Gezegend zij, die aan Gad ruimte maakt! hij woont als een oude leeuw, en verscheurt den arm, ja ook den schedel.
Jozua 13:8
Met denwelken de Rubenieten en Gadieten hun erfenis ontvangen hebben; dewelke Mozes hunlieden gaf aan gene zijde van de Jordaan tegen het oosten, gelijk als Mozes, de knecht des HEEREN, hun gegeven had:
Richteren 10:1-11
Na Abimelech nu stond op, om Israel te behouden, Thola, een zoon van Pua, zoon van Dodo, een man van Issaschar; en hij woonde te Samir, op het gebergte van Efraim.
1 Kronieken 3:18-22
Dezes zonen waren Malchiram, en Pedaja, en Senazar, Jekamja, Hosama en Nedabja.
1 Kronieken 5:11-22
De kinderen van Gad nu woonden tegen hen over, in het land van Basan, tot Salcha toe.
1 Kronieken 5:26
Zo verwekte de God Israels den geest van Pul, den koning van Assyrie, en den geest van Tiglath-Pilneser, den koning van Assyrie, die voerde hen gevankelijk weg, te weten de Rubenieten, en de Gadieten, en den halven stam van Manasse; en hij bracht hen te Halah, en Habor, en Hara, en aan de rivier Gozan, tot op dezen dag.