Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

En naardat een iegelijk der discipelen vermocht, besloot elk van hen iets te zenden ten dienste der broederen, die in Judea woonden.

New American Standard Bible

And in the proportion that any of the disciples had means, each of them determined to send a contribution for the relief of the brethren living in Judea.

Kruisreferenties

Ezra 2:69

Zij gaven naar hun vermogen tot den schat des werks, aan goud, een en zestig duizend drachmen, en aan zilver, vijf duizend ponden, en honderd priesterrokken.

Nehemia 5:8

En ik zeide tot hen: Wij hebben onze broederen, de Joden, die aan de heidenen verkocht waren, naar ons vermogen wedergekocht; en zoudt gijlieden ook uw broederen verkopen, of zouden zij aan ons verkocht worden? Toen zwegen zij, en vonden geen antwoord.

Prediker 11:1-2

Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen.

Lukas 12:29-33

En gijlieden, vraagt niet, wat gij eten, of wat gij drinken zult; en weest niet wankelmoedig.

Handelingen 2:44-45

En allen, die geloofden, waren bijeen, en hadden alle dingen gemeen;

Handelingen 4:34

Want er was ook niemand onder hen, die gebrek had; want zovelen als er bezitters waren van landen of huizen, die verkochten zij, en brachten den prijs der verkochte goederen, en legden dien aan de voeten der apostelen.

Handelingen 11:1

De apostelen nu, en de broeders, die in Judea waren, hebben gehoord, dat ook de heidenen het Woord Gods aangenomen hadden.

Handelingen 11:26

En het is geschied, dat zij een geheel jaar samen vergaderden in de Gemeente, en een grote schare leerden; en dat de discipelen eerst te Antiochie Christenen genaamd werden.

Romeinen 15:25-27

Maar nu reis ik naar Jeruzalem, dienende de heiligen.

1 Corinthiërs 13:5

Zij handelt niet ongeschiktelijk, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad;

1 Corinthiërs 16:1-2

Aangaande nu de verzameling, die voor de heiligen geschiedt, gelijk als ik aan de Gemeenten in Galatie verordend heb, doet ook gij alzo.

2 Corinthiër 8:2-4

Dat in vele beproeving der verdrukking de overvloed hunner blijdschap, en hun zeer diepe armoede overvloedig geweest is tot den rijkdom hunner goeddadigheid.

2 Corinthiër 8:12-14

Want indien te voren de volvaardigheid des gemoeds daar is, zo is iemand aangenaam naar hetgeen hij heeft, niet naar hetgeen hij niet heeft.

2 Corinthiër 9:1-2

Want van de bediening, die voor de heiligen geschiedt, is mij onnodig aan u te schrijven.

Galaten 2:10

Alleenlijk, dat wij den armen zouden gedenken; hetwelk zelf ik ook benaarstigd heb te doen.

Hebreeën 13:5-6

Uw wandel zij zonder geldgierigheid; en zijt vergenoegd met het tegenwoordige; want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten.

1 Petrus 4:9-11

Zijt herbergzaam jegens elkander, zonder murmureren.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org