Hebreeën 11:14
Want die zulke dingen zeggen, betonen klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken.
Romeinen 8:23-25
En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing onzes lichaams.
2 Corinthiër 4:18-7
Dewijl wij niet aanmerken de dingen, die men ziet, maar de dingen, die men niet ziet; want de dingen, die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen, die men niet ziet, zijn eeuwig.
Filippenzen 1:23
Want ik word van deze twee gedrongen, hebbende begeerte, om ontbonden te worden en met Christus te zijn; want dat is zeer verre het beste.
Hebreeën 11:16
Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid.
Hebreeën 13:14
Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd