Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
En alle kastijding als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid dengenen, die door dezelve geoefend zijn.
New American Standard Bible
All discipline for the moment seems not to be joyful, but sorrowful; yet to those who have been trained by it, afterwards it yields the peaceful fruit of righteousness.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Jesaja 32:17
En het werk der gerechtigheid zal vrede zijn; en de werking der gerechtigheid zal zijn gerustheid en zekerheid tot in eeuwigheid.
Jakobus 3:17-18
Maar de wijsheid, die van boven is, die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelende, en ongeveinsd.
Psalmen 89:32
Zo zal Ik hun overtreding met de roede bezoeken, en hun ongerechtigheid met plagen.
Psalmen 118:18
De HEERE heeft mij wel hard gekastijd; maar Hij heeft mij ter dood niet overgegeven.
Psalmen 119:165
Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot.
Spreuken 15:10
De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven.
Spreuken 19:18
Tuchtig uw zoon, als er nog hoop is; maar verhef uw ziel niet, om hem te doden.
Romeinen 5:3-5
En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt;
Romeinen 14:17
Want het Koninkrijk Gods is niet spijs en drank, maar rechtvaardigheid, en vrede, en blijdschap, door den Heiligen Geest.
2 Corinthiër 4:17
Want onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbij gaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid;
Galaten 5:22-23
Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
1 Timotheüs 4:7-8
Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid.
Hebreeën 5:14
Maar der volmaakten is de vaste spijze, die door de gewoonheid de zinnen geoefend hebben, tot onderscheiding beide des goeds en des kwaads.
Hebreeën 12:5-6
En gij hebt vergeten de vermaning, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft wordt;
Hebreeën 12:10
Want genen hebben ons wel voor een korten tijd, naar dat het hun goed dacht, gekastijd; maar Deze kastijdt ons tot ons nut, opdat wij Zijner heiligheid zouden deelachtig worden.
1 Petrus 1:6
In welke gij u verheugt, nu een weinig tijds (zo het nodig is) bedroefd zijnde door menigerlei verzoekingen;
2 Petrus 2:14
Hebbende de ogen vol overspel, en die niet ophouden van zondigen; verlokkende de onvaste zielen, hebbende het hart geoefend in gierigheid, kinderen der vervloeking;