Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

En hebt hun dit land gegeven, dat Gij hun vaderen gezworen hadt hun te zullen geven, een land vloeiende van melk en honig;

New American Standard Bible

and gave them this land, which You swore to their forefathers to give them, a land flowing with milk and honey.

Kruisreferenties

Exodus 3:8

Daarom ben Ik nedergekomen, dat Ik het verlosse uit de hand der Egyptenaren, en het opvoere uit dit land, naar een goed en ruim land, naar een land, vloeiende van melk en honig, tot de plaats der Kanaanieten, en der Hethieten, en der Amorieten, en der Ferezieten, en der Hevieten, en der Jebusieten.

Exodus 13:5

En het zal geschieden, als u de HEERE zal gebracht hebben in het land der Kanaanieten, en der Hethieten, en der Amorieten, en der Hevieten, en der Jebusieten, hetwelk Hij uw vaderen gezworen heeft u te geven, een land vloeiende van melk en honig; zo zult gij dezen dienst houden in deze maand.

Jeremia 11:5

Opdat Ik den eed bevestige, dien Ik uw vaderen gezworen heb, hun te geven een land, vloeiende van melk en honig, als het is te dezen dage. Toen antwoordde ik en zeide: Amen, o HEERE!

Exodus 3:17

Daarom heb Ik gezegd: Ik zal ulieden uit de verdrukking van Egypte opvoeren, tot het land der Kanaanieten, en der Hethieten, en der Amorieten, en der Ferezieten, en der Hevieten, en der Jebusieten; tot het land, vloeiende van melk en honig.

Deuteronomium 1:8

Ziet, Ik heb dat land gegeven voor uw aangezicht; gaat daarin, en bezit erfelijk het land, dat de HEERE aan uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob gegeven heeft, dat Hij het hun en hun zaad na hen geven zou.

Psalmen 105:9-11

Des verbonds, dat Hij met Abraham heeft gemaakt, en Zijns eeds aan Izak;

Genesis 13:15

Want al dit land, dat gij ziet, zal Ik u geven, en aan uw zaad, tot in eeuwigheid.

Genesis 15:18-21

Ten zelfden dage maakte de HEERE een verbond met Abram, zeggende: Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath:

Genesis 17:7-8

En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u.

Genesis 24:7

De HEERE, de God des hemels, Die mij uit mijns vaders huis en uit het land mijner maagschap genomen heeft, en Die tot mij gesproken heeft, en Die mij gezworen heeft, zeggende: Aan uw zaad zal Ik dit land geven! Die Zelf zal Zijn Engel voor uw aangezicht zenden, dat gij voor mijn zoon van daar een vrouw neemt.

Genesis 28:13-15

En ziet, de HEERE stond op dezelve en zeide: Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham, en de God van Izak; dit land, waarop gij ligt te slapen, zal Ik aan u geven, en aan uw zaad.

Genesis 35:11-12

Voorts zeide God tot hem: Ik ben God de Almachtige! wees vruchtbaar, en vermenigvuldig! Een volk, ja, een hoop der volken zal uit u worden, en koningen zullen uit uw lenden voortkomen.

Genesis 50:24

En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik sterf; maar God zal u gewisselijk bezoeken, en Hij zal u doen optrekken uit dit land, in het land, hetwelk hij aan Abraham, Izak en Jakob gezworen heeft.

Exodus 33:1-3

Voorts sprak de HEERE tot Mozes: Ga heen, trek op van hier, gij en het volk, dat gij uit Egypteland opgevoerd hebt, naar het land, dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb, zeggende: Aan uw zaad zal Ik het geven;

Numberi 14:16

Omdat de HEERE dit volk niet kon brengen in dat land, hetwelk Hij hun gezworen had, zo heeft Hij hen geslacht in de woestijn!

Numberi 14:30

Zo gij in dat land komt, over hetwelk Ik Mijn hand opgeheven heb, dat Ik u daarin zou doen wonen, behalve Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun.

Deuteronomium 1:35

Zo iemand van deze mannen, van dit kwade geslacht, zal zien dat goede land, hetwelk Ik gezworen heb uw vaderen te zullen geven!

Deuteronomium 6:10

Als het dan zal geschied zijn, dat de HEERE, uw God, u zal hebben ingebracht in dat land, dat Hij uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft, u te zullen geven; grote en goede steden, die gij niet gebouwd hebt,

Deuteronomium 6:18

En gij zult doen, wat recht en goed is in de ogen des HEEREN; opdat het u welga, en dat gij inkomt, en erft het goede land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft;

Deuteronomium 6:23

En hij voerde ons van daar uit, opdat Hij ons inbracht, om ons het land te geven, dat Hij onzen vaderen gezworen had.

Deuteronomium 7:13

En Hij zal u liefhebben, en zal u zegenen, en u doen vermenigvuldigen; en Hij zal zegenen de vrucht uws buiks, en de vrucht uws lands, uw koren, en uw most, en uw olie, de voortzetting uwer koeien, en de kudden van uw klein vee, in het land, dat Hij aan uw vaderen gezworen heeft u te geven.

Deuteronomium 8:1

Alle geboden, die ik u heden gebiede, zult gij waarnemen om te doen, opdat gij leeft, en vermenigvuldigt, en inkomt, en het land erft, dat de HEERE aan uw vaderen gezworen heeft.

Deuteronomium 26:9-11

En Hij heeft ons gebracht tot deze plaats; en Hij heeft ons dit land gegeven, een land vloeiende van melk en honig.

Jozua 1:6

Wees sterk en heb goeden moed! want gij zult dit volk dat land erfelijk doen bezitten, dat Ik hun vaderen heb gezworen hun te geven.

Jozua 21:43

Alzo gaf de HEERE aan Israel het ganse land, dat Hij gezworen had hun vaderen te geven, en zij beerfden het, en woonden daarin.

Nehemia 9:15

En Gij hebt hun brood uit den hemel gegeven voor hun honger, en hun water uit de steenrots voortgebracht voor hun dorst; en Gij hebt tot hen gezegd, dat zij zouden ingaan om te erven het land, waarover Gij Uw hand ophieft, dat Gij het hun zoudt geven.

Ezechiël 20:6

Ten zelven dage hief Ik Mijn hand tot hen op, dat Ik hen uit Egypteland uitvoeren zou, in een land, dat Ik voor hen uitgespeurd had, vloeiende van melk en honig, hetwelk het sieraad is van alle landen.

Ezechiël 20:15

Evenwel hief Ik ook Mijn hand op tot hen in de woestijn, dat Ik hen niet zou brengen in het land, dat Ik hun gegeven had, vloeiende van melk en honig, hetwelk het sieraad is van alle landen;

Vers Info

Context Lezingen

21 En hebt Uw volk Israel uit Egypteland uitgevoerd, door tekenen en door wonderen, en door een sterke hand, en door een uitgestrekten arm, en door grote verschrikking. 22 En hebt hun dit land gegeven, dat Gij hun vaderen gezworen hadt hun te zullen geven, een land vloeiende van melk en honig; 23 Zij zijn er ook ingekomen en hebben het erfelijk bezeten, maar hebben Uwer stem niet gehoorzaamd, en in Uw wet niet gewandeld; zij hebben niets gedaan van alles, wat Gij hun geboden hadt te doen; dies hebt Gij hun al dit kwaad doen bejegenen.


Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org