Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Gewisselijk, gij hebt uw zielen verleid; want gij hebt mij tot den HEERE, uw God, gezonden, zeggende: Bid voor ons tot den HEERE, onzen God, en naar alles, wat de HEERE, onze God, zal zeggen, alzo maak het ons bekend, en wij zullen het doen.

New American Standard Bible

For you have only deceived yourselves; for it is you who sent me to the LORD your God, saying, "Pray for us to the LORD our God; and whatever the LORD our God says, tell us so, and we will do it."

Kruisreferenties

Numberi 16:38

Te weten de wierookvaten van dezen, die tegen hun zielen gezondigd hebben; dat men uitgerekte platen daarvan make, tot een overdeksel voor het altaar; want zij hebben ze gebracht voor het aangezicht des HEEREN, daarom zijn zij heilig; en zij zullen den kinderen Israels tot een teken zijn.

Psalmen 18:44

Zo haast als hun oor van mij hoorde, hebben zij mij gehoorzaamd; vreemden hebben zich mij geveinsdelijk onderworpen.

Psalmen 65:3

Ongerechtige dingen hadden de overhand over mij; maar onze overtredingen, die verzoent Gij.

Jeremia 3:10

En zelfs in dit alles heeft zich haar trouweloze zuster Juda tot Mij niet bekeerd met haar ganse hart, maar valselijk, spreekt de HEERE.

Jeremia 17:10

Ik, de HEERE, doorgrond het hart, en proef de nieren; en dat, om een iegelijk te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner handelingen.

Jeremia 42:2

En zij zeiden tot den profeet Jeremia: Laat toch onze smeking voor uw aangezicht nedervallen, en bid voor ons tot den HEERE, uw God, voor dit ganse overblijfsel; want wij zijn weinigen van velen overgelaten, gelijk als uw ogen ons zien;

Ezechiël 14:3-4

Mensenkind, deze mannen hebben hun drekgoden in hun hart opgezet, en hebben den aanstoot hunner ongerechtigheid recht voor hun aangezichten gesteld; word Ik dan ernstiglijk van hen gevraagd?

Ezechiël 33:31

En zij komen tot u, gelijk het volk pleegt te komen, en zitten voor uw aangezicht als Mijn volk, en horen uw woorden, maar zij doen ze niet; want zij maken liefkozingen met hun mond, maar hun hart wandelt hun gierigheid na.

Mattheüs 22:15-18

Toen gingen de Farizeen heen, en hielden te zamen raad, hoe zij Hem verstrikken zouden in Zijn rede.

Mattheüs 22:35

En een uit hen, zijnde een Wetgeleerde, heeft gevraagd, Hem verzoekende, en zeggende:

Galaten 6:7

Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien.

Jakobus 1:22

En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org