Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Gelijk als velen zich over u ontzet hebben, alzo verdorven was Zijn gelaat, meer dan van iemand, en Zijn gedaante, meer dan van andere mensenkinderen;
New American Standard Bible
Just as many were astonished at you, My people, So His appearance was marred more than any man And His form more than the sons of men.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Jesaja 53:2-5
Want Hij is als een rijsje voor Zijn aangezicht opgeschoten, en als een wortel uit een dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben.
Psalmen 22:15
Mijn kracht is verdroogd als een potscherf, en mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; en Gij legt mij in het stof des doods.
Psalmen 22:17
Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; zij schouwen het aan, zij zien op mij.
Jesaja 50:6
Ik geef Mijn rug dengenen, die Mij slaan, en Mijn wangen dengenen, die Mij het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en speeksel.
Mattheüs 26:67
Toen spogen zij in Zijn aangezicht, en sloegen Hem met vuisten.
Psalmen 22:6-7
Maar ik ben een worm en geen man, een smaad van mensen, en veracht van het volk.
Psalmen 71:7
Ik ben velen als een wonder geweest; doch Gij zijt mijn sterke Toevlucht.
Psalmen 102:3-5
Want mijn dagen zijn vergaan als rook, en mijn gebeenten zijn uitgebrand als een haard.
Mattheüs 7:28
En het is geschied, als Jezus deze woorden geeindigd had, dat de scharen zich ontzetten over Zijn leer;
Mattheüs 22:22-23
En zij, dit horende, verwonderden zich, en Hem verlatende, zijn zij weggegaan.
Mattheüs 27:14
Maar Hij antwoordde hem niet op een enig woord, alzo dat de stadhouder zich zeer verwonderde.
Mattheüs 27:29-30
En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd, en een rietstok in Zijn rechter hand; en vallende op hun knieen voor Hem, bespotten zij Hem, zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden!
Markus 5:42
En terstond stond het dochtertje op, en wandelde; want het was twaalf jaren oud; en zij ontzetten zich met grote ontzetting.
Markus 6:51
En Hij klom tot hen in het schip, en de wind stilde; en zij ontzetten zich bovenmate zeer in zichzelven, en waren verwonderd.
Markus 7:37
En zij ontzetten zich bovenmate zeer, zeggende: Hij heeft alles wel gedaan, en Hij maakt, dat de doven horen, en de stommen spreken.
Markus 10:26
En zij werden nog meer verslagen, zeggende tot elkander: Wie kan dan zalig worden?
Markus 10:32
En zij waren op den weg, gaande op naar Jeruzalem; en Jezus ging voor hen; en zij waren verbaasd, en Hem volgende, waren zij bevreesd. En de twaalven wederom tot Zich nemende, begon Hij hun te zeggen de dingen, die Hem overkomen zouden;
Lukas 2:47
En allen, die Hem hoorden, ontzetten zich over Zijn verstand en antwoorden.
Lukas 4:36
En er kwam een verbaasdheid over allen; en zij spraken samen tot elkander, zeggende: Wat woord is dit, dat Hij met macht en kracht den onreinen geesten gebiedt, en zij varen uit?
Lukas 5:26
En ontzetting heeft hen allen bevangen, en zij verheerlijkten God, en werden vervuld met vreze, zeggende: Wij hebben heden ongelofelijke dingen gezien.
Lukas 22:64
En als zij Hem overdekt hadden, sloegen zij Hem op het aangezicht, en vraagden Hem, zeggende: Profeteer, wie het is, die U geslagen heeft?