Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
En zij vraagden hem: Wat dan? Zijt gij Elias? En hij zeide: Ik ben die niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen.
New American Standard Bible
They asked him, "What then? Are you Elijah?" And he said, "I am not " "Are you the Prophet?" And he answered, "No."
Kruisreferenties
Mattheüs 11:14
En zo gij het wilt aannemen, hij is Elias, die komen zou.
Mattheüs 16:14
En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen: Jeremia of een van de profeten.
Johannes 1:25
En zij vraagden hem en spraken tot hem: Waarom doopt gij dan, zo gij de Christus niet zijt, noch Elias, noch de profeet?
Maleachi 4:5
Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal.
Mattheüs 11:9-11
Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, ook veel meer dan een profeet.
Mattheüs 17:10-12
En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Wat zeggen dan de Schriftgeleerden, dat Elias eerst moet komen?
Lukas 1:17
En hij zal voor Hem heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een toegerust volk.
Johannes 7:40
Velen dan uit de schare, deze rede horende, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet.
Deuteronomium 18:15-18
Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal u de HEERE, uw God, verwekken; naar Hem zult gij horen;