Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Jod. Hij geve zijn wang dien, die hem slaat, hij worde zat van smaad.
New American Standard Bible
Let him give his cheek to the smiter, Let him be filled with reproach.
Kruisreferenties
Jesaja 50:6
Ik geef Mijn rug dengenen, die Mij slaan, en Mijn wangen dengenen, die Mij het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en speeksel.
Job 16:10
Zij gapen met hun mond tegen mij; zij slaan met smaadheid op mijn kinnebakken; zij vervullen zich te zamen aan mij.
Mattheüs 5:39
Maar Ik zeg u, dat gij den boze niet wederstaat; maar, zo wie u op de rechterwang slaat, keert hem ook de andere toe;
Psalmen 69:9
Want de ijver van Uw huis heeft mij verteerd; en de smaadheden dergenen, die U smaden, zijn op mij gevallen.
Psalmen 69:20
De versmaadheid heeft mijn hart gebroken, en ik ben zeer zwak; en ik heb gewacht naar medelijden, maar er is geen; en naar vertroosters, maar heb ze niet gevonden.
Psalmen 123:3
Zijt ons genadig, o HEERE! zijt ons genadig, want wij zijn der verachting veel te zat.
Micha 5:1
En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
Mattheüs 26:67
Toen spogen zij in Zijn aangezicht, en sloegen Hem met vuisten.
Lukas 6:29
Dengene, die u aan de wang slaat, biedt ook de andere; en dengene, die u den mantel neemt, verhindert ook den rok niet te nemen.
2 Corinthiër 11:20
Want gij verdraagt het, zo u iemand dienstbaar maakt, zo u iemand opeet, zo iemand van u neemt, zo zich iemand verheft, zo u iemand in het aangezicht slaat.