En de gier, en de kraai, naar haar aard;
and the kite and the falcon in its kind,
Aasgieren
Volgens Zijn Soort
Valken
Soorten Levende Dingen
13 En van het gevogelte zult gij deze verfoeien, zij zullen niet gegeten worden, zij zullen een verfoeisel zijn: de arend, en de havik, en de zeearend, 14 En de gier, en de kraai, naar haar aard; 15 Elke rave naar haar aard;
Public domain