Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Ook alle tienden des lands, van het zaad des lands, van de vrucht van het geboomte, zijn des HEEREN; zij zijn den HEERE heilig.
New American Standard Bible
'Thus all the tithe of the land, of the seed of the land or of the fruit of the tree, is the LORD'S; it is holy to the LORD.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Genesis 28:22
En deze steen, dien ik tot een opgericht teken gezet heb, zal een huis Gods wezen, en van alles, wat Gij mij geven zult, zal ik U voorzeker de tienden geven!
Genesis 14:20
En gezegend zij de allerhoogste God, Die uw vijanden in uw hand geleverd heeft! En hij gaf hem de tiende van alles.
2 Kronieken 31:5-6
Toen nu dat woord uitbrak, brachten de kinderen Israels vele eerstelingen van koren, most, en olie, en honig, en van al de inkomsten des velds; ook brachten zij de tienden van alles in met menigte.
Nehemia 13:12
Toen bracht gans Juda de tienden van het koren, en van den most, en van de olie, in de schatten.
2 Kronieken 31:12
Daarin brachten zij die heffing, en de tienden, en de geheiligde dingen, in getrouwigheid; en daarover was Chonanja, de Leviet, overste, en Simei, zijn broeder, de tweede.
Mattheüs 23:23
Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij vertient de munte, en de dille, en den komijn, en gij laat na het zwaarste der wet, namelijk het oordeel, en de barmhartigheid, en het geloof. Deze dingen moest men doen, en de andere niet nalaten.
Lukas 11:42
Maar wee u, Farizeen, want gij vertient munte, en ruite, en alle moeskruid, en gij gaat voorbij het oordeel en de liefde Gods. Dit moest men doen, en het andere niet nalaten.
Numberi 18:21-24
En zie, aan de kinderen van Levi heb Ik alle tienden in Israel ter erfenis gegeven, voor hun dienst, dien zij bedienen, den dienst van de tent der samenkomst.
Deuteronomium 12:5-6
Maar naar de plaats, die de HEERE, uw God, uit al uw stammen verkiezen zal, om Zijn Naam aldaar te zetten, naar Zijn woning zult gijlieden vragen, en daarheen zult gij komen;
Deuteronomium 14:22-23
Gij zult getrouwelijk vertienen al het inkomen uws zaads, dat elk jaar van het veld voortkomt.
Nehemia 10:37-38
En dat wij de eerstelingen onzes deegs, en onze hefofferen, en de vrucht aller bomen, most en olie, zouden brengen tot de priesteren, in de kameren van het huis onzes Gods, en de tienden onzes lands tot de Levieten; en dat dezelfde Levieten de tienden zouden hebben in alle steden onzer landbouwerij;
Nehemia 12:44
Ook werden ten zelfden dage mannen gesteld over de kameren, tot de schatten, tot de hefofferen, tot de eerstelingen en tot de tienden, om daarin uit de akkers der steden te verzamelen de delen der wet, voor de priesteren en voor de Levieten; want Juda was vrolijk over de priesteren en over de Levieten, die daar stonden.
Nehemia 13:5
En hij had hem een grote kamer gemaakt, alwaar zij te voren henenleiden het spijsoffer, den wierook en de vaten, en de tienden van koren, van most en van olie, die bevolen waren voor de Levieten, en de zangers, en de poortiers, mitsgaders het hefoffer der priesteren.
Maleachi 3:8-10
Zal een mens God beroven? Maar gij berooft Mij, en zegt: Waarin beroven wij U? In de tienden en het hefoffer.
Lukas 18:12
Ik vast tweemaal per week; ik geef tienden van alles, wat ik bezit.
Hebreeën 7:5-9
En die uit de kinderen van Levi het priesterdom ontvangen, hebben wel bevel om tienden te nemen van het volk, naar de wet, dat is, van hun broederen, hoewel die uit de lenden van Abraham voortgekomen zijn.