Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Zeggende: Er was een zeker rechter in een stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag.
New American Standard Bible
saying, "In a certain city there was a judge who did not fear God and did not respect man.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Lukas 18:4
En hij wilde voor een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen mens ontzie;
Exodus 18:21-22
Doch zie gij om, onder al het volk, naar kloeke mannen, God vrezende, waarachtige mannen, de gierigheid hatende; stel ze over hen, oversten der duizenden, oversten der honderden, oversten der vijftigen, oversten der tienen.
2 Kronieken 19:3-9
Evenwel goede dingen zijn bij u gevonden; want gij hebt de bossen uit het land weggedaan, en uw hart gericht om God te zoeken.
Job 29:7-17
Toen ik uitging naar de poort door de stad, toen ik mijn stoel op de straat liet bereiden.
Psalmen 8:1-4
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Gitthith. (1a) O HEERE, onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde! Gij, die Uw majesteit gesteld hebt boven de hemelen.
Spreuken 29:7
De rechtvaardige neemt kennis van de rechtzaak der armen; maar de goddeloze begrijpt de wetenschap niet.
Jesaja 33:8
De gebaande wegen zijn verwoest, die door de paden gaat, houdt op; hij vernietigt het verbond, hij veracht de steden, hij acht geen mens.
Jeremia 22:16-17
Hij heeft de rechtzaak des ellendigen en nooddruftigen gericht, toen ging het hem wel; is dat niet Mij te kennen? spreekt de HEERE.
Ezechiël 22:6-8
Ziet, de vorsten Israels zijn in u geweest, een ieder naar zijn kracht, om bloed te vergieten.
Micha 3:1-3
Voorts zeide ik: Hoort nu, gij hoofden Jakobs, en gij oversten van het huis Israels! Betaamt het ulieden niet het recht te weten?
Romeinen 3:14-18
Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid;
Vers Info
Context Lezingen
1 En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende, dat men altijd bidden moet, en niet vertragen; 2 Zeggende: Er was een zeker rechter in een stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag. 3 En er was een zekere weduwe in dezelfde stad, en zij kwam tot hem, zeggende: Doe mij recht tegen mijn wederpartij.