Mattheüs 10:34
Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.
Lukas 12:49-53
Ik ben gekomen, om vuur op de aarde te werpen; en wat wil Ik, indien het alrede ontstoken is?
Handelingen 13:45-50
Doch de Joden, de scharen ziende, werden met nijdigheid vervuld, en wederspraken, hetgeen van Paulus gezegd werd, wedersprekende en lasterende.
Johannes 7:40-52
Velen dan uit de schare, deze rede horende, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet.
Handelingen 14:2
Maar de Joden, die ongehoorzaam waren, verwekten en verbitterden de zielen der heidenen tegen de broeders.
Handelingen 14:4
En de menigte der stad werd verdeeld, en sommigen waren met de Joden, en sommigen met de apostelen.
Jeremia 15:10
Wee mij, mijn moeder, dat gij mij gebaard hebt, een man van twist, en een man van krakeel den gansen lande! Ik heb hun niet op woeker gegeven, ook hebben zij mij niet op woeker gegeven, nog vloekt mij een ieder van hen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd