Mattheüs 19:15

En als Hij hun de handen opgelegd had, vertrok Hij van daar.

Jesaja 40:11

Hij zal Zijn kudde weiden gelijk een herder; Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen, en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden.

Markus 10:16

En Hij omving ze met Zijn armen, en de handen op hen gelegd hebbende, zegende Hij dezelve.

1 Corinthiërs 7:14

Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd door den man; want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig.

2 Timotheüs 3:15

En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain