Mattheüs 22:33
En de scharen, dit horende, werden verslagen over Zijn leer.
Mattheüs 7:28-29
En het is geschied, als Jezus deze woorden geeindigd had, dat de scharen zich ontzetten over Zijn leer;
Mattheüs 22:22
En zij, dit horende, verwonderden zich, en Hem verlatende, zijn zij weggegaan.
Markus 6:2
En als het sabbat geworden was, begon Hij in de synagoge te leren; en velen, die Hem hoorden, ontzetten zich, zeggende: Van waar komen Dezen deze dingen, en wat wijsheid is dit, die Hem gegeven is, dat ook zulke krachten door Zijn handen geschieden?
Markus 12:17
En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. En zij verwonderden zich over Hem.
Lukas 2:47
En allen, die Hem hoorden, ontzetten zich over Zijn verstand en antwoorden.
Lukas 4:22
En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef?
Lukas 20:39-40
En sommigen der Schriftgeleerden, antwoordende, zeiden: Meester! Gij hebt wel gezegd.
Johannes 7:46
De dienaars antwoordden: Nooit heeft een mens alzo gesproken, gelijk deze Mens.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd