Mattheüs 23:14
Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij eet de huizen der weduwen op, en dat onder den schijn van lang te bidden; daarom zult gij te zwaarder oordeel ontvangen.
Markus 12:40
Welke de huizen der weduwen opeten, en dat onder den schijn van lang te bidden. Dezen zullen zwaarder oordeel ontvangen.
Lukas 20:47
Die der weduwen huizen opeten, en onder een schijn lange gebeden doen; dezen zullen zwaarder oordeel ontvangen.
Exodus 22:22-24
Gij zult geen weduwe noch wees beledigen.
Job 22:9
De weduwen hebt gij ledig weggezonden, en de armen der wezen zijn verbrijzeld.
Job 31:16-20
Zo ik den armen hun begeerte onthouden heb, of de ogen der weduwe laten versmachten;
Mattheüs 11:24
Doch Ik zeg u, dat het den lande van Sodom verdragelijker zal zijn in den dag des oordeels, dan u.
Mattheüs 23:33-36
Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden?
Lukas 12:48
Maar die denzelven niet geweten heeft, en gedaan heeft dingen, die slagen waardig zijn, die zal met weinige slagen geslagen worden. En een iegelijk, wien veel gegeven is, van dien zal veel geeist worden; en wien men veel vertrouwd heeft, van dien zal men overvloediger eisen.
2 Timotheüs 3:6
Want van dezen zijn het, die in de huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden geladen zijn, en door menigerlei begeerlijkheden gedreven worden;
Titus 1:10-11
Want er zijn ook vele ongeregelden, ijdelheidsprekers en verleiders van zinnen, inzonderheid die uit de besnijdenis zijn;
Jakobus 3:1
Zijt niet vele meesters, mijn broeders, wetende, dat wij te meerder oordeel zullen ontvangen.
2 Petrus 2:3
En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, van u een koopmanschap maken; over welke het oordeel van over lang niet ledig is, en hun verderf sluimert niet.
2 Petrus 2:14-15
Hebbende de ogen vol overspel, en die niet ophouden van zondigen; verlokkende de onvaste zielen, hebbende het hart geoefend in gierigheid, kinderen der vervloeking;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd