Mattheüs 3:15
Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af.
Psalmen 40:7-8
Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de rol des boeks is van mij geschreven.
Johannes 4:34
Jezus zeide tot hen: Mijn spijs is, dat Ik doe den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbrenge.
Johannes 8:29
En Die Mij gezonden heeft, is met Mij. De Vader heeft Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd, wat Hem behagelijk is.
Jesaja 42:21
De HEERE had lust aan hem, om Zijner gerechtigheid wil; Hij maakte hem groot door de wet, en Hij maakte hem heerlijk.
Lukas 1:6
En zij waren beiden rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk.
Johannes 13:7-9
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan.
Johannes 13:15
Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook doet.
Johannes 15:10
Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
Filippenzen 2:7-8
Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden;
Hebreeën 7:26
Want zodanig een Hogepriester betaamde ons, heilig, onnozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren, en hoger dan de hemelen geworden;
1 Petrus 2:21-24
Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen;
1 Johannes 2:6
Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd