Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Dat de oversten van Israel, de hoofden van het huis hunner vaderen, offerden; deze waren de oversten der stammen, die over de getelden stonden.
New American Standard Bible
Then the leaders of Israel, the heads of their fathers' households, made an offering (they were the leaders of the tribes; they were the ones who were over the numbered men).
Onderwerpen
Kruisreferenties
Numberi 1:4-16
En met ulieden zullen zijn van elken stam een man, die een hoofdman is over het huis zijner vaderen.
2 Kronieken 35:8
Ook gaven zijn vorsten tot een vrijwillig offer voor het volk, voor de priesteren, en voor de Levieten; Hilkia, en Zacharia, en Jehiel, de oversten van het huis Gods, gaven den priesteren tot paasofferen, twee duizend en zeshonderd klein vee, en driehonderd runderen.
Exodus 35:27
De oversten nu brachten sardonixstenen en vulstenen, tot den efod en tot den borstlap;
Numberi 2:1-34
En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende:
Numberi 10:1-36
Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
1 Kronieken 29:6-8
Toen gaven vrijwillig de oversten der vaderen, en de oversten der stammen van Israel, en de oversten der duizenden en der honderden, en de oversten van het werk des konings;
Ezra 2:68-69
En sommigen van de hoofden der vaderen, als zij kwamen ten huize des HEEREN, die te Jeruzalem woont, gaven vrijwilliglijk ten huize Gods, om dat te zetten op zijn vaste plaats.
Nehemia 7:70-72
Een deel nu van de hoofden der vaderen gaven tot het werk. Hattirsatha gaf tot den schat, aan goud, duizend drachmen, vijftig sprengbekkens, vijfhonderd en dertig priesterrokken.
Vers Info
Context Lezingen
1 En het geschiedde ten dage, als Mozes geeindigd had den tabernakel op te richten, en dat hij dien gezalfd, en dien geheiligd had, en al zijn gereedschap, mitsgaders het altaar en al zijn gereedschap, en hij ze gezalfd, en dezelve geheiligd had; 2 Dat de oversten van Israel, de hoofden van het huis hunner vaderen, offerden; deze waren de oversten der stammen, die over de getelden stonden. 3 En zij brachten hun offerande voor het aangezicht des HEEREN, zes overdekte wagens, en twaalf runderen; een wagen voor twee oversten, en een os voor elk een; en brachten ze voor den tabernakel.