Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood.

New American Standard Bible

"But for the cowardly and unbelieving and abominable and murderers and immoral persons and sorcerers and idolaters and all liars, their part will be in the lake that burns with fire and brimstone, which is the second death."

Kruisreferenties

Openbaring 19:20

En het beest werd gegrepen, en met hetzelve de valse profeet, die de tekenen in de tegenwoordigheid van hetzelve gedaan had, door welke hij verleid had, die het merkteken van het beest ontvangen hadden, en die deszelfs beeld aanbaden. Deze twee zijn levend geworpen in den poel des vuurs, die met sulfer brandt.

Galaten 5:19-21

De werken des vleses nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinigheid, ontuchtigheid,

Openbaring 22:15

Maar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk, die de leugen liefheeft, en doet.

Mattheüs 10:28

En vreest niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel.

Johannes 8:44

Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en de vader derzelve leugen.

1 Corinthiërs 6:9-10

Of weet gij niet, dat de onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet zullen beerven?

Openbaring 2:11

Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, zal van den tweeden dood niet beschadigd worden.

Openbaring 20:14-15

En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood.

Deuteronomium 20:8

Daarna zullen de ambtlieden voortvaren te spreken tot het volk, en zeggen: Wie is de man, die vreesachtig en week van hart is? Die ga henen en kere weder naar zijn huis; opdat het hart zijner broederen niet smelte, gelijk zijn hart.

Richteren 7:3

Nu dan, roep nu uit voor de oren des volks, zeggende: Wie blode en versaagd is, die kere weder, en spoede zich naar het gebergte van Gilead! Toen keerden uit het volk weder twee en twintig duizend, dat er tienduizend overbleven.

Spreuken 19:5

Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal niet ontkomen.

Spreuken 19:9

Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal vergaan.

Jesaja 9:15

Want de leiders dezes volks zijn verleiders, en die van hen geleid worden, worden ingeslokt.

Jesaja 51:12

Ik, Ik ben het, Die u troost; wie zijt gij, dat gij vreest voor den mens, die sterven zal? en voor eens mensen kind, dat hooi worden zal?

Jesaja 57:11

Maar voor wien hebt gij geschroomd of gevreesd? Want gij hebt gelogen, en zijt Mijner niet gedachtig geweest, gij hebt Mij op uw hart niet gelegd; is het niet, om dat Ik zwijg, en dat van ouds af, en gij vreest Mij niet?

Maleachi 3:5

En Ik zal tot ulieden ten oordeel naderen; en Ik zal een snel Getuige zijn tegen de tovenaars, en tegen de overspelers, en tegen degenen, die valselijk zweren, en tegen degenen, die het loon des dagloners met geweld inhouden, die de weduwe, en den wees, en den vreemdeling het recht verkeren, en Mij niet vrezen, zegt de HEERE der heirscharen.

Mattheüs 8:26

En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen? Toen stond Hij op, en bestrafte de winden en de zee; en er werd grote stilte.

Lukas 12:4-9

En Ik zeg u, Mijn vrienden: Vreest u niet voor degenen, die het lichaam doden, en daarna niet meer kunnen doen.

Johannes 12:42-43

Nochtans geloofden ook zelfs velen uit de oversten in Hem; maar om der Farizeen wil beleden zij het niet; opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden.

1 Corinthiërs 10:20-21

Ja, ik zeg, dat hetgeen de heidenen offeren, zij den duivelen offeren, en niet Gode; en ik wil niet, dat gij met de duivelen gemeenschap hebt.

Efeziërs 5:5-6

Want dit weet gij, dat geen hoereerder, of onreine, of gierigaard, die een afgodendienaar is, erfenis heeft in het Koninkrijk van Christus en van God.

2 Thessalonicenzen 2:9

Hem, zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen;

1 Timotheüs 1:9-10

En hij dit weet, dat den rechtvaardigen de wet niet is gezet, maar den onrechtvaardigen en den halsstarrigen, den goddelozen en den zondaren, den onheiligen en den ongoddelijken, den vadermoorders en den moedermoorders, den doodslagers,

1 Timotheüs 4:2

Door geveinsdheid der leugensprekers, hebbende hun eigen geweten als met een brandijzer toegeschroeid;

Hebreeën 12:24

En tot den Middelaar des nieuwen testaments, Jezus, en het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan Abel.

Hebreeën 13:4

Het huwelijk is eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordelen.

1 Petrus 3:14-15

Maar indien gij ook lijdt om der gerechtigheid wil, zo zijt gij zalig; en vreest niet uit vreze van hen, en wordt niet ontroerd;

1 Johannes 2:22

Wie is de leugenaar, dan die loochent, dat Jezus is de Christus? Deze is de antichrist, die den Vader en den Zoon loochent.

1 Johannes 3:15

Een iegelijk, die zijn broeder haat, is een doodslager; en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende.

1 Johannes 5:4-5

Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof.

1 Johannes 5:10

Die in den Zoon van God gelooft, heeft de getuigenis in zichzelven; die God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, dewijl hij niet geloofd heeft de getuigenis, die God getuigd heeft van Zijn Zoon.

Openbaring 2:2

Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt dragen; en dat gij beproefd hebt degenen, die uitgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden;

Openbaring 9:21

En hebben zich ook niet bekeerd van hun doodslagen, noch van hun venijngevingen, noch van hun hoererij, noch van hun dieverijen.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org